Alweer zo'n goeie tien dagen geleden sinds de laatste Peruaanse verwikkelingen op virtueel papier belandden. Ondertussen zijn we alweer een paar ervaringen rijker, waaronder een bezoekje aan de jungle, het Amazonewoud! Na een 11 uur durende rit in een bus nauwelijks die naam waardig, bereikten we vorige week maandag even voor valavond het reservaat Atalaya, in de bufferzone van het Nationaal Park van Manu, in het Amazonegebied. De bufferzone is toegankelijk voor toeristen, zij het steeds onder streng toezicht. Het Amazonewoud is geen bos om es een wandelingetje in te maken op zondagnamiddag! Het overgrote deel van Parque Nacional de Manu is niet toegankelijk voor de westerse medemens. Diegene die het waagt door te dringen tot de kern van het park, riskeert letterlijk een kopje kleiner gemaakt te worden door de indianenstammen die er beschermd worden en met steun van de overheid hun eeuwenoude cultuur in leven houden.
Wij waren al lang blij dat we in de jungle waren, bufferzone of niet, en installeerden onszelf en onze bagage naast ons met muskietennet overdekte bed. Na een koude douche met ecologisch afbreekbare zeep (Nivea- en Elsèvetubekes voor niets meegesleurd) waren we klaar voor een bord hete quinoasoep en gebraden kip met witte rijst (of wat dacht je), vergezeld van sprinkhanen, kevers en reuzegrote vuurvliegen (niet in maar naast ons bord, gelukkig). Om 18u is het pikkedonker in de jungle, dus tegen goed 20u waren de kaarsen opgebrand en zochten we met de zaklamp ons bed op. Het oorverdovende geluid van de wild ruisende rivier en het gekrekel van de miljoenen ons omringende beestjes hielden ons niet al te lang uit onze slaap. De volgende dag zou de wekker ons om 5u uit ons bed wippen.
Dinsdagmorgen vroeg in de morgen, begaven we ons, met een stevig Peruaans ontbijt achter de kiezen (typisch broodje + confituur + sap zonder naam + koffie/thee met poedermelk, mmm? ..), in de richting van de trailer/bus die ons tot aan het reservaat gebracht had. Eén voor één staken we de rivier weer over op een platform van houten planken dat aan een stevige stalen draad hing, en met touw werd voortgetrokken naar de andere kant.
De 'bus' bracht ons langs verlaten indiaanse dorpjes, die ook hier niet van de verkiezingsgekte gespaard waren gebleven, en waar dus alle houten huisjes consequent beschilderd waren met schreeuwerige verkiezingsslogans (om ook de analfabete bevolking tot hun kiezerspubliek te verleiden, worden partijen voorgesteld door ''papa'' (aardappel) of ''pan'' (brood) en wordt er voorgetoond op de affiches en posters hoe je correct moet stemmen). We bezochten een lokaal boerderijtje, waar o.a. een varken lelijk huis hield en de bewoonsters op stang joeg met zijn schriel gekweel als zou ie elk ogenblik tot worsten en mignonetjes gereduceerd worden. De huispapegaai daarentegen ging behoorlijk tam bij iedereen op de schouder en op de foto. Toen ie mijn voorganger royaal onder poepte had ik het wel gezien. Een kiekje van ver zou ook wel volstaan :-).
Achter de boerderij werd een kleine cocaplantage gehouden. Een klein indiaans vrouwtje van goed middelbare leeftijd had zich onder de planten verstopt en sloeg ons met kleine, nieuwsgierige oogjes gade, haar mond vol cocabladeren. Het cocablad wordt al te vaak met de cocaïnedrug geassocieerd, één van de doeleinden van het product. De indiaanse bevolking in Peru, Bolivië, etc. gebruikt de bladeren echter voor tal van andere, heilzame en medische doeleinden. De overheden van die landen ijveren voor de (verdere) legalisering van de coca-cultuur, en voeren hierin een strijd tegen de VS en een aantal (guerilla)bewegingen die zoveel mogelijk plantages willen vernietigen. Eén kilo cocabladeren levert ongeveer 1 euro op. Per persoon mag er twee kilo vervoerd worden naar de steden, wat dus een belachelijk geringe winst oplevert. Op de bus in het terugkeren zouden we door de politie tegengehouden worden, die de hele bus doorzocht en het teveel aan cocabladeren meenam. Wat met de inbeslaggenomene kilo's zou gebeuren, konden we alleen maar vermoeden.
Een uurtje hobbelen later arriveerden we bij de boot, die ons tot bij onze lodge zou brengen. Het huisje dat letterlijk half op rotsen rustte en half boven water hing, zou ons verblijf worden voor één nacht. Na de lunch (pasta met frieten, aardappelen en kip ..) maakten we na een korte boottocht een stevige wandeling iets dieper in 'la selva', de jungle. Een kappucijnaapje bespiedde ons vanuit zijn stekje hoog in de bomen. Verse ananas werd geplukt en ter plekke opgegeten (warm!) en we zagen voor het eerst in ons leven een tros rode bananen, en ook nog een resem andere, inheemse fruitsoorten.
Na de stevige wandeling en een goed uur wachten op de boot (de bootsman had op z'n Peruaans uurwerk gekeken) werd er gedoucht in de lodge met zicht op fauna en flora, want er waren slechts drie muren :-). Gegil en 'geschruwel' van sommige meisjes wees erop dat het water op was en de douche beslist had om over te gaan op het sproeien van verse modder. Gratis spa!
De volgende morgen voeren we rond 4u30 in het pikkedonker richting de favoriete papegaaien-eetplaats. Tussen 5u en 7u10 kan de kleigrond bezocht worden om toekans en zo te spotten. Na een uur stilletjes wachten (geeuw) werden we beloond en zagen we een paar felgekleurde toekans en gifgroene papegaaien. Daarna volgde een gemeen lastige trektocht van een viertal uur door bos en woud. Wandelende bomen (die ongeveer een meter per jaar opschuiven!), gigantische en dus behoorlijk angstaanjagende mieren, en een paar slangen behoorden onder meer tot de bezienswaardigheden. Een half opgegeten diertje getuigde van de aanwezigheid van een jaguar of andere grote viervoeter, die we helaas niet te zien kregen. We troostten ons dan maar met het eten van ... termieten! Met de machete werd het nest opengepeuterd en iedereen (ook deze ex-vegetariër) peuterde zijn vinger naar binnen en haalde er een paar van de kriebelende beestjes uit. Termieten smaken een beetje naar munt en voor de rest naar weinig of niks :-)!
Na de uitputtingsslag stapten we afgemat weer in de boot. Die ons naar de overkant van de rivier bracht, waar we weer mochten uitstappen voor de volgende tocht van anderhalf uur! Gefoeter en gezucht, waterflessen gevuld en hup, we waren weer weg. De wanhoop net niet nabij bereikten we even na de middag onder een verzengende zon ons volgende verblijf, een weeshuis met zevenentwintig kamers en slechts zes weeskindjes. De kamers die voorlopig nog niet ingenomen waren, worden verhuurd aan toeristen, om wat extra inkomsten te winnen. De grappige kindjes (tussen 6 en 12 jaar oud) begluurden ons verlegen, en probeerden wat Engelse woordjes met ons uit te wisselen tijdens de lunch (een meer dan deugddoend bord spaghetti bolognèse (zonder vlees)).
Daarna volgde (alweer!) een lange wandeling, een boottocht (op een lekker ouderwets vlot gemaakt van boomstammen) en nog een tocht door een nieuw stuk woud. Slangen en kevers hielden ons gezelschap terwijl we voortploeterden en heel hard probeerden om niet aan onze pijnlijke benen te denken. Net voor het donker bereikten we opnieuw het verlaten spookdorpje waar het weeshuis helemaal aan het eind van een veel te breed aangelegde weg lag. Ergens weerklonk Madonna's 'Material girl'. Hoe surreëel!
Een paar koude douches en een pastabord later weerklonk gesnurk vanonder onze muskietennetten. De volgende dag werd ons extra vroege opstaan om tot aan een viewpoint te wandelen niet beloond door de apen die er normaal gezien vertoeven. Helaas. Dan maar weer terug gekeerd op weg naar ontbijt, om daarna weer te vertrekken in dezelfde richting als 's morgens vroeg. Richting boot, richting bus, richting Atalaya reservaat, waar we opgewacht werden door het aapje Paula, dat sinds een jaar in het reservaat resideert. Haar vriendje werd meegenomen voor verkoop op de zwarte markt, maar zou de volgende dag terugkeren naar het reservaat. De man die hem had meegenomen kon zijn rebels gedrag niet langer uitstaan en deed er weer afstand van. Paula wist toen nog niet hoe blij ze de volgende dag zou zijn!
Op onze laatste dag, vrijdag, vonden we dat er toch nog es gewerkt mocht worden en plantten we een paar nieuwe boompjes in het Amazonewoud. Vrijwilligers kappen er bamboe en planten ter compensatie nieuwe bomen om het bos opnieuw aan te planten. Zwoegen en zweten werd beloond met een frisse duik naast en onder de watervallen, op een kwartiertje klimmen van het reservaat. Een volledig vlindertapijt fladderde op toen we er aan kwamen! Net als in de Coca-Cola reclame namen ze dezelfde vorm aan van in dit geval de stenen, onze shorts en sokken, ze waren overal. Mooi!
Na een vrije namiddag namen we tegen 20u de nachtbus richting Cuzco. In de gietende regen moesten we terug langs de griezelige weggetjes, langs bergwanden en door riviertjes, in een wiebelende bus. Erg op ons gemak waren we toch niet. Maar we geraakten heelhuids in Cuzco. Tegen het ochtendkrieken werd de haan, die netjes verpakt zat in één van de talrijke zakken van de indiaanse bevolking, zowaar te kraaien. Het was tijd dat iedereen wakker werd, want we waren op onze bestemming aangekomen! Om 6u was ik blij dat ik me in mijn overdekte kamertje met vier muren, in een bed tussen frisse lakens kon vlijen en vrij van muggen en netten mijn tukje kon verderzetten.
En dat was het relaas van la selva. Tot de volgende!
L.
"Lieselotte gaat enkele maanden lesgeven in Peru. Volg haar avonturen en bedenkingen hier mee!"
donderdag 14 oktober 2010
zondag 3 oktober 2010
dinsdag 28 september 2010
Machu en Huayna ofte de Picchu's!
En toen stonden we plots in een postkaartje! Maandag bezochten we Machu Picchu, de lang verborgen, oude Inca stad, terecht alom geprezen en door Unesco bekroond tot werelderfgoed. De stad, die destijds (zo’n slordige 500 jaar geleden) als buitenverblijf gebruikt werd door koningen en ander hoge pieten (zo luidt althans één van de theorieën), ligt op een half uurtje bergop rondjes draaien van Aguas Calientes, genoemd naar z’n warmwaterbronnen, die wij overigens niet hebben uitgetest. Die schijnen sowieso toch nogal smerig en eigenlijk niet eens zo warm te zijn, dus we gaan er maar vanuit dat we niets gemist hebben.
Van Machu Picchu kunnen we zeker niets gemist hebben, want daar hebben we elk hoekje en kantje grondig bestudeerd. Tegen 6u (jawel, ’s morgens) stonden we – na een slapeloze nacht in een erbarmelijke jeugdherberg – als één van de eersten aan de ingang, zodat we bij de 400 gelukkigen zouden horen die als enigen de berg Huayna Picchu mochten beklimmen (slechts 2 keer 200 bezoekers mogen per dag de berg op, een groep om 7u en een groep om 10u. Wij zaten in de groep van 10u, er hadden zich dus al 200 strevers voor ons gemeld ;-)).
Na wat verkennende blikken en de eerste kiekjes ging het zelfverzekerd de eerste berg op, richting de Zonnepoort (Intipunku in het Quechua, de taal van de Inca’s die vandaag nog steeds gesproken wordt). We waren onze tocht gestart midden in een hele dikke pak nevel en gek genoeg klaarde het steeds meer op naarmate de klim vorderde. Toen we bijna aan de Zonnepoort waren, scheen de zon al door de wolken. Ook toevallig, of misschien ook niet ... hmm… ;-). Overal waar je keek, en niet alleen vanaf Intipunku, had je een fantastisch zicht op de bergen rondom, fenomenaal!
Onderweg weer naar beneden, richting de stad zelf, waar nog heel wat huisjes overeind zijn blijven staan dankzij de ontzagwekkende bouwstijl van de Inca’s, kwamen we op ons pad een paar vrij rond wandelende lama’s tegen, die duidelijk niet van plan waren voor ons uit de kant te gaan. Ze wilden wel met ons op de foto. Hun kleurrijke oorbellen vrolijk in het rond slaand.
Ondertussen begon het al aardig op te warmen, het was ten slotte toch al 9u … en de enthousiaste kreten dat wandelen en klimmen op Machu Picchu toch een pak makkelijker was dan in het 1000 meter hoger gelegen Cusco, werden algauw ingeslikt. Er was hier dan misschien iets meer zuurstof, het was toch ook puffen geblazen.
Tegen 10u hadden we het gevoel al een halve dag gewandeld en ‘gehiked’ te hebben, en dat was niet eens zo verkeerd, maar toen begon het nog maar pas. De Huayna Picchu. Aan de controlepost aan de voet van de berg werd streng gemeld dat je maar beter in een opperbeste conditie kon verkeren, of dat je anders beter rechtsomkeer maakte. Niet voor watjes dus. Phoe, fluitje van een cent. En weg waren we.
Pffffffffffffffffffff …! Juist op het moment dat we de dooien gingen beginnen tellen, bleek dat we de top levend hadden bereikt. Man, dat waren veel trappen! En stenen, en klimtouwen, grotten (nu ja, één, maar een hele smalle!) en ladders, maar we stonden helemaal boven! Né! Hadden wij dat even mooi geflikt, zie daar al die watjes daar beneden ;-). Wat een prachtig zicht op Machu Picchu, zo’n kleine 400 meter hoger (het leken er 4000 hoor!). Nu stonden we óp het postkaartje, want als je die hoge, steile berg bekijkt op de bekende uitzichten van MP, ewel, dáár stonden wij óp! Fier als gieters. Iemand overigens ooit een fiere gieter gezien? Ewel, ik ook niet, maar het klinkt toch hé ;-).
De tocht naar beneden zou veel makkelijker gaan dachten we, en we waren in gedachten al beneden onze lunch aan het bestellen. Helaas lieten de sandwiches iets langer op zich wachten, want naar beneden ‘klimmen’ leek zo mogelijk nog moeilijker dan naar boven. Op de moeilijkste stukken schoven we op handen en voeten naar beneden, gelukkig ben ik over mijn hoogtevrees heen! Niet eens zo veel later dan gepland checkten we weer uit het berggebied en stonden we weer op de begane grond. Op naar de uitgang, waar we bij gebrek aan aanwezig personeel zelf onze paspoorten van een Machu Picchu stempel voorzagen. Check! Missie geslaagd.
Tussen het klimmen en kiekjes nemen door, dacht ik aan mijn vrijwilligersproject. Hoewel het reizen en ontdekken echt meer dan de moeite waard is, ben ik niet enkel daarvoor naar hier gekomen. De laatste dagen kwam er van lesgeven maar bitter weinig in huis, deels door omstandigheden, en deels door wangedrag van de leerlingen. Hoewel ik er zeker van ben dat ik hen al één en ander heb bijgebracht, lijken ze niet het type kinderen die mijn hulp echt nodig hebben. Al sinds de eerste dag verbaasde ik me over hoe rijk de kids zijn. Het ontbreekt hen aan niets. Behalve dan misschien aan interesse. Tienerjongens kan je uiteraard niet als een voorkeurpubliek beschouwen, en ik weet wel dat ze hun nieuwsgierigheid, leergierigheid onder hun stoere petten verbergen, maar toch kan ik me niet meer van de indruk ontdoen dat ik méér kan doen hier in Cusco.
Daarom ga ik morgen een nieuwe plek uittesten, één voor kleinere kindjes tussen 3 en 5, die uit arme buurten komen, en naar scholen gaan waar men niets kan betalen, zelfs geen degelijk aantal leraars. Later deze week heb ik me ook opgegeven om een kijkje te gaan nemen in een weeshuis voor achtergelaten en te vondeling gelegde baby’s, waar men ook mensen te kort komt. Ik weet nog niet of dat iets voor mij zal zijn, maar ik weet wel dat het interessant zal zijn om te zien hoe het er daar aan toe gaat. We zullen zien, ik laat het wel weten!
Hasta la próxima!
Van Machu Picchu kunnen we zeker niets gemist hebben, want daar hebben we elk hoekje en kantje grondig bestudeerd. Tegen 6u (jawel, ’s morgens) stonden we – na een slapeloze nacht in een erbarmelijke jeugdherberg – als één van de eersten aan de ingang, zodat we bij de 400 gelukkigen zouden horen die als enigen de berg Huayna Picchu mochten beklimmen (slechts 2 keer 200 bezoekers mogen per dag de berg op, een groep om 7u en een groep om 10u. Wij zaten in de groep van 10u, er hadden zich dus al 200 strevers voor ons gemeld ;-)).
Na wat verkennende blikken en de eerste kiekjes ging het zelfverzekerd de eerste berg op, richting de Zonnepoort (Intipunku in het Quechua, de taal van de Inca’s die vandaag nog steeds gesproken wordt). We waren onze tocht gestart midden in een hele dikke pak nevel en gek genoeg klaarde het steeds meer op naarmate de klim vorderde. Toen we bijna aan de Zonnepoort waren, scheen de zon al door de wolken. Ook toevallig, of misschien ook niet ... hmm… ;-). Overal waar je keek, en niet alleen vanaf Intipunku, had je een fantastisch zicht op de bergen rondom, fenomenaal!
Onderweg weer naar beneden, richting de stad zelf, waar nog heel wat huisjes overeind zijn blijven staan dankzij de ontzagwekkende bouwstijl van de Inca’s, kwamen we op ons pad een paar vrij rond wandelende lama’s tegen, die duidelijk niet van plan waren voor ons uit de kant te gaan. Ze wilden wel met ons op de foto. Hun kleurrijke oorbellen vrolijk in het rond slaand.
Ondertussen begon het al aardig op te warmen, het was ten slotte toch al 9u … en de enthousiaste kreten dat wandelen en klimmen op Machu Picchu toch een pak makkelijker was dan in het 1000 meter hoger gelegen Cusco, werden algauw ingeslikt. Er was hier dan misschien iets meer zuurstof, het was toch ook puffen geblazen.
Tegen 10u hadden we het gevoel al een halve dag gewandeld en ‘gehiked’ te hebben, en dat was niet eens zo verkeerd, maar toen begon het nog maar pas. De Huayna Picchu. Aan de controlepost aan de voet van de berg werd streng gemeld dat je maar beter in een opperbeste conditie kon verkeren, of dat je anders beter rechtsomkeer maakte. Niet voor watjes dus. Phoe, fluitje van een cent. En weg waren we.
Pffffffffffffffffffff …! Juist op het moment dat we de dooien gingen beginnen tellen, bleek dat we de top levend hadden bereikt. Man, dat waren veel trappen! En stenen, en klimtouwen, grotten (nu ja, één, maar een hele smalle!) en ladders, maar we stonden helemaal boven! Né! Hadden wij dat even mooi geflikt, zie daar al die watjes daar beneden ;-). Wat een prachtig zicht op Machu Picchu, zo’n kleine 400 meter hoger (het leken er 4000 hoor!). Nu stonden we óp het postkaartje, want als je die hoge, steile berg bekijkt op de bekende uitzichten van MP, ewel, dáár stonden wij óp! Fier als gieters. Iemand overigens ooit een fiere gieter gezien? Ewel, ik ook niet, maar het klinkt toch hé ;-).
De tocht naar beneden zou veel makkelijker gaan dachten we, en we waren in gedachten al beneden onze lunch aan het bestellen. Helaas lieten de sandwiches iets langer op zich wachten, want naar beneden ‘klimmen’ leek zo mogelijk nog moeilijker dan naar boven. Op de moeilijkste stukken schoven we op handen en voeten naar beneden, gelukkig ben ik over mijn hoogtevrees heen! Niet eens zo veel later dan gepland checkten we weer uit het berggebied en stonden we weer op de begane grond. Op naar de uitgang, waar we bij gebrek aan aanwezig personeel zelf onze paspoorten van een Machu Picchu stempel voorzagen. Check! Missie geslaagd.
Tussen het klimmen en kiekjes nemen door, dacht ik aan mijn vrijwilligersproject. Hoewel het reizen en ontdekken echt meer dan de moeite waard is, ben ik niet enkel daarvoor naar hier gekomen. De laatste dagen kwam er van lesgeven maar bitter weinig in huis, deels door omstandigheden, en deels door wangedrag van de leerlingen. Hoewel ik er zeker van ben dat ik hen al één en ander heb bijgebracht, lijken ze niet het type kinderen die mijn hulp echt nodig hebben. Al sinds de eerste dag verbaasde ik me over hoe rijk de kids zijn. Het ontbreekt hen aan niets. Behalve dan misschien aan interesse. Tienerjongens kan je uiteraard niet als een voorkeurpubliek beschouwen, en ik weet wel dat ze hun nieuwsgierigheid, leergierigheid onder hun stoere petten verbergen, maar toch kan ik me niet meer van de indruk ontdoen dat ik méér kan doen hier in Cusco.
Daarom ga ik morgen een nieuwe plek uittesten, één voor kleinere kindjes tussen 3 en 5, die uit arme buurten komen, en naar scholen gaan waar men niets kan betalen, zelfs geen degelijk aantal leraars. Later deze week heb ik me ook opgegeven om een kijkje te gaan nemen in een weeshuis voor achtergelaten en te vondeling gelegde baby’s, waar men ook mensen te kort komt. Ik weet nog niet of dat iets voor mij zal zijn, maar ik weet wel dat het interessant zal zijn om te zien hoe het er daar aan toe gaat. We zullen zien, ik laat het wel weten!
Hasta la próxima!
donderdag 23 september 2010
woensdag 22 september 2010
Titicaca baby!
Vorig weekend het Titicacameer bezocht. Magnifiek!! Zo mooi, weids, glinsterend, rustgevend. Een heel weekend lang hebben we op het meer dat op de grens tussen Peru en Bolivië ligt gevaren, gewandeld, gegeten, gedanst. Met een nachtbus vertrokken we vrijdagnacht richting Puno. Ik helaas een uur later en alleen zonder de andere 7 meisjes, want – o wee – mijn zetel werd dubbel geboekt. In plaats dat de alleen reizende ploert die op ‘mijn’ stoel zat van bus wisselde, neen, ik mocht in mijn uppie afdruipen. Om 5u in plaats van om 4u ’s morgens zette mijn vriendelijke taxichauffeur me af aan het hotel in Puno, waar we twee uur later alweer aan het ontbijt dienden te verschijnen. De ploert die blijkbaar toch niet alleen maar met ons meereisde (oh nee!), had nog het lef op te merken dat ie elk woord (meer dan vijf kunnen het er niet geweest zijn) dat ik tijdens het ochtendlijke inchecken met de hotelreceptionist had gewisseld kon verstaan vanuit zijn bed op het – jawel – derde verdiep. Het kwam tussen ons niet meer goed dat weekend.
Maar het weekend was zoals ik al zei meer dan geslaagd. De zaterdagmorgen bezochten we de drijvende rieteilanden waar een hele gemeenschap vissers op leeft. De dikke pak riet waarop hun huizen en scholen (met riet) werden gebouwd, wordt laag per laag vervangen. Hun boten waarop ook wij es mochten varen, zijn gemaakt van riet en gerecycleerde petflessen. Energie halen ze, meer dan mee met hun tijd, uit zonnepanelen! Grappig om te zien hoe een zo primitieve gemeenschap die leeft van verse visvangst op zo’n moderne manier in z’n energie voorziet. In hun rieten huisjes vind je geen douche, geen stromend water, maar wel dvd-spelers.
Van daaruit moesten we – naar mijn mening veel te vroeg – alweer vertrekken naar het volgende eiland, zo’n drie uur varen van de Uros eilanden vandaan. Op het eiland Amantani, waar we de nacht zouden doorbrengen, werden we opgewacht door twee lokale zusjes, onze gastvrouwen voor het weekend. Puffend en zwetend liepen we alle acht de berg naar hun huisje op. De kamers waren meer dan in orde, ons bed was gemaakt van … riet ;-). De badkamer had een douche en een lavabo, maar geen stromend water (we hadden genoeg flessenwater mee gebracht). Het toilet moesten we het hele weekend manueel doorspoelen door een emmer water in de pot te zwieren. Wat de ene al beter kon dan de andere. Haha.
Op Amantani beklommen we – nadat we ons per drie in de slaapkamers geïnstalleerd hadden (en dus geen douche hadden genomen ;-)), samen met onze grappige gids de hoogste berg op het eiland, de Pachatata. Weeral puffen en zweten, maar het was het meer dan waard, want van op het topje van de berg kregen we een magnifieke zonsondergang te zien, die recht uit een drie-D-tekenfilm leek te komen. De kleuren, de lichtinval op de bergen, op het meer was echt prachtig. De techniek staat ook op bergtoppen voor niets, dus berichtje naar het vriendje getypt ;-). Was ie d’er maar bij geweest. Oooh.
Na al dat zwoegen was het tijd voor het diner, door de gastvrije en altijd goedlachse zusjes samen klaargemaakt in de meest primitieve keuken die ik ooit heb gezien. Het was eigenlijk niet meer dan een hutje, maar de talrijke potten pruttelden op de kolen, en het was gezellig. Eerst quinoa soep (Peruaans graan, heel voedzaam, ziet er een beetje uit als kaviaar) en daarna een bord vol … patatten. Peru gaat er prat op over wel 5000 soorten aardappelen te beschikken, waarvan wij er een luttele zes à zeven op ons bord kregen. Gele, paarse, oranje patatten. Lekker. Met wat boter was het echter nog beter geweest. Gelukkig hadden we verse mora-kruidenthee om onze droge mond en het gegiechel mee weg te spoelen.
Na de versterkende patatten werden we in Peruaanse rokken en bloezen gehesen en ging het richting plaatselijke dancing, waar een bandje op gitaren en panfluiten tokkelde en blies. Samen met een horde (Hollandse!) toeristen werd er gedanst, gehuppeld en gelachen dat het een lieve lust was. De plaatselijke vrijgezellen waren natuurlijk maar wat blij met de komst van acht buitenlandse meiden en gunden ons geen vijf minuten om langs de kant uit te blazen. Na twee uur rondjes draaien konden we dan toch ontsnappen en vluchtten we met onze zaklampen in het pikdonker door de velden naar ‘ons’ huis. Onder vijf dekens en op een keihard (duidelijk geen riet of stro hier!) kussen vielen we in slaap.
De zondagmorgen kregen we zowaar dikke pannenkoeken bij het ontbijt, wij blij (geen patatten!) en toen moesten we ons haasten naar de boot voor een nieuwe tocht op het gigantische meer. Ik vulde nog vlug het lege Niveapotje van onze gastvrouw bij, we schonken haar de rijst en blikjes tonijn die we hadden meegebracht, kochten nog vlug een sjaal en een paar handschoenen van haar (ik heb twee rechterhanden gekocht zo zou ’s avonds blijken, zucht) en sprongen op onze boot. Op naar het volgende eiland, Taquile, waar de mensen allemaal goedgemutst zijn. Letterlijk dan. Kleine meisjes dragen bruin in hun lange mutsen, kleine jongens zwart. Vrijgezellen dragen rood met witte mutsen, getrouwde eilandbewoners dragen enkel rode mutsen. Mannen maken er de trouwjurken voor hun bruiden, versierd met riemen waarvoor ze het afgesneden haar van die bruiden gebruiken! Elk eiland op het Titicacameer heeft zo zijn eigen gebruiken en tradities. Heel vreemd maar sympathiek. Na een steile wandeling op het eiland arriveerden we in het restaurant waar we konden kiezen tussen forel of omelet. De keuze voor vers gevangen forel was rap gemaakt. Overheerlijk, zeker van op het hooggelegen terras met uitzicht over het reuzegrote meer.
Na alweer een paar uur varen kwamen we dan weer aan in Puno, waar we ’s avonds – allemaal samen dit keer – de nachtbus zouden nemen richting Cusco, waar we tegen de ochtend zouden aankomen. Ook in Puno niets dan straatverkoop, zoals overal in Peru. Jassen, truien, mutsen, kousen, lamaatjes, schaapjes, oorringen en armbanden in alle kleuren, maten en vormen. Toen we in de zon een ijsje verorberden op het centrale pleintje voor de kathedraal werden we overspoeld door verkoopsters die ervan overtuigd waren dat we dringend een muts, sjaal of nieuwen hoed nodig hadden. Na al dat verkoopgeweld vluchtten we een restaurant binnen, waar we voor het eerst (maar wat mij betreft zeker niet voor het laatst) alpaca (de kleinere, dikkere versie van de lama) uit de menukaart kozen. Het vlees ziet eruit als varkensvlees, maar smaakt eerder naar rundvlees, zo werd unaniem besloten. De moeite waard om es te proberen!
En dat was het dan wat vorig weekend betreft. Volgend weekend Machu Picchu! Tot de volgende!
Maar het weekend was zoals ik al zei meer dan geslaagd. De zaterdagmorgen bezochten we de drijvende rieteilanden waar een hele gemeenschap vissers op leeft. De dikke pak riet waarop hun huizen en scholen (met riet) werden gebouwd, wordt laag per laag vervangen. Hun boten waarop ook wij es mochten varen, zijn gemaakt van riet en gerecycleerde petflessen. Energie halen ze, meer dan mee met hun tijd, uit zonnepanelen! Grappig om te zien hoe een zo primitieve gemeenschap die leeft van verse visvangst op zo’n moderne manier in z’n energie voorziet. In hun rieten huisjes vind je geen douche, geen stromend water, maar wel dvd-spelers.
Van daaruit moesten we – naar mijn mening veel te vroeg – alweer vertrekken naar het volgende eiland, zo’n drie uur varen van de Uros eilanden vandaan. Op het eiland Amantani, waar we de nacht zouden doorbrengen, werden we opgewacht door twee lokale zusjes, onze gastvrouwen voor het weekend. Puffend en zwetend liepen we alle acht de berg naar hun huisje op. De kamers waren meer dan in orde, ons bed was gemaakt van … riet ;-). De badkamer had een douche en een lavabo, maar geen stromend water (we hadden genoeg flessenwater mee gebracht). Het toilet moesten we het hele weekend manueel doorspoelen door een emmer water in de pot te zwieren. Wat de ene al beter kon dan de andere. Haha.
Op Amantani beklommen we – nadat we ons per drie in de slaapkamers geïnstalleerd hadden (en dus geen douche hadden genomen ;-)), samen met onze grappige gids de hoogste berg op het eiland, de Pachatata. Weeral puffen en zweten, maar het was het meer dan waard, want van op het topje van de berg kregen we een magnifieke zonsondergang te zien, die recht uit een drie-D-tekenfilm leek te komen. De kleuren, de lichtinval op de bergen, op het meer was echt prachtig. De techniek staat ook op bergtoppen voor niets, dus berichtje naar het vriendje getypt ;-). Was ie d’er maar bij geweest. Oooh.
Na al dat zwoegen was het tijd voor het diner, door de gastvrije en altijd goedlachse zusjes samen klaargemaakt in de meest primitieve keuken die ik ooit heb gezien. Het was eigenlijk niet meer dan een hutje, maar de talrijke potten pruttelden op de kolen, en het was gezellig. Eerst quinoa soep (Peruaans graan, heel voedzaam, ziet er een beetje uit als kaviaar) en daarna een bord vol … patatten. Peru gaat er prat op over wel 5000 soorten aardappelen te beschikken, waarvan wij er een luttele zes à zeven op ons bord kregen. Gele, paarse, oranje patatten. Lekker. Met wat boter was het echter nog beter geweest. Gelukkig hadden we verse mora-kruidenthee om onze droge mond en het gegiechel mee weg te spoelen.
Na de versterkende patatten werden we in Peruaanse rokken en bloezen gehesen en ging het richting plaatselijke dancing, waar een bandje op gitaren en panfluiten tokkelde en blies. Samen met een horde (Hollandse!) toeristen werd er gedanst, gehuppeld en gelachen dat het een lieve lust was. De plaatselijke vrijgezellen waren natuurlijk maar wat blij met de komst van acht buitenlandse meiden en gunden ons geen vijf minuten om langs de kant uit te blazen. Na twee uur rondjes draaien konden we dan toch ontsnappen en vluchtten we met onze zaklampen in het pikdonker door de velden naar ‘ons’ huis. Onder vijf dekens en op een keihard (duidelijk geen riet of stro hier!) kussen vielen we in slaap.
De zondagmorgen kregen we zowaar dikke pannenkoeken bij het ontbijt, wij blij (geen patatten!) en toen moesten we ons haasten naar de boot voor een nieuwe tocht op het gigantische meer. Ik vulde nog vlug het lege Niveapotje van onze gastvrouw bij, we schonken haar de rijst en blikjes tonijn die we hadden meegebracht, kochten nog vlug een sjaal en een paar handschoenen van haar (ik heb twee rechterhanden gekocht zo zou ’s avonds blijken, zucht) en sprongen op onze boot. Op naar het volgende eiland, Taquile, waar de mensen allemaal goedgemutst zijn. Letterlijk dan. Kleine meisjes dragen bruin in hun lange mutsen, kleine jongens zwart. Vrijgezellen dragen rood met witte mutsen, getrouwde eilandbewoners dragen enkel rode mutsen. Mannen maken er de trouwjurken voor hun bruiden, versierd met riemen waarvoor ze het afgesneden haar van die bruiden gebruiken! Elk eiland op het Titicacameer heeft zo zijn eigen gebruiken en tradities. Heel vreemd maar sympathiek. Na een steile wandeling op het eiland arriveerden we in het restaurant waar we konden kiezen tussen forel of omelet. De keuze voor vers gevangen forel was rap gemaakt. Overheerlijk, zeker van op het hooggelegen terras met uitzicht over het reuzegrote meer.
Na alweer een paar uur varen kwamen we dan weer aan in Puno, waar we ’s avonds – allemaal samen dit keer – de nachtbus zouden nemen richting Cusco, waar we tegen de ochtend zouden aankomen. Ook in Puno niets dan straatverkoop, zoals overal in Peru. Jassen, truien, mutsen, kousen, lamaatjes, schaapjes, oorringen en armbanden in alle kleuren, maten en vormen. Toen we in de zon een ijsje verorberden op het centrale pleintje voor de kathedraal werden we overspoeld door verkoopsters die ervan overtuigd waren dat we dringend een muts, sjaal of nieuwen hoed nodig hadden. Na al dat verkoopgeweld vluchtten we een restaurant binnen, waar we voor het eerst (maar wat mij betreft zeker niet voor het laatst) alpaca (de kleinere, dikkere versie van de lama) uit de menukaart kozen. Het vlees ziet eruit als varkensvlees, maar smaakt eerder naar rundvlees, zo werd unaniem besloten. De moeite waard om es te proberen!
En dat was het dan wat vorig weekend betreft. Volgend weekend Machu Picchu! Tot de volgende!
Over stakingen en ensaladas de trucha
Tweede dag van de staking. Tweede onverwachts vrije dag midden in de week. Ook morgen vrijaf, de school gaat op excursie. Morgen ga ik zelf ook een hele dag op stap met een gids die ik gisteren leerde kennen in de kathedraal. De Heilige Vallei gaan verkennen.
Omdat ik geen zin had in een zoveelste lunch met witte rijst, wit brood en popcorn, ontvluchtte ik kort voor de middag de guest house om hier in de zachte kussens van het loungy, organische restaurant ‘Sara’ te belanden, achter de grote markt van Cusco centrum. Met een gigantische, overheerlijke papaya-passievruchtensap wacht ik op mijn organische forelsalade, terwijl kwebbelende toeristengroepen in drommen binnenstromen.
Je zou bijna denken dat ik hier op vakantie ben ;-). Ik begin me bijna schuldig te voelen over zoveel vrije tijd. Maar als de mensen willen staken, wie ben ik dan om ze tegen te houden ;-)? De sfeer in de straten is al een stuk gelatener. Politieagenten marcheren moppentappend door de stad, ze fluiten me zelfs na, van de stille dreiging die gisteren in de lucht ging, is nog maar weinig te merken.
Hmm. Delicioso! Wat een overheerlijk slaatje. Met echte sla, gelijk in België ;-)! Het is vreemd hoe je toch zo gewend en verslingerd kunt zijn aan vertrouwde dingen. Ik koop tegenwoordig bruin brood en ontbijt met mijn verborgen Nutellapot op mijn kamertje, haha, ver weg van het witte stokbrood dat elke morgen op de ontbijttafel verschijnt. Hoewel ik erbij moet zeggen dat we qua eten en originaliteit zeker niet mogen klagen in het huis. Maar toch .. niets boven Nutella, bruine stutjes, mmm ;-).
Voor ik aan mijn lesvoorbereidingen van vrijdag en volgende week begin, ga ik subiet één van de vele kerkjes verkennen. Het Incamuseum, museum voor precolumbiaanse kunst, religieuze museum (met ongewilde, opdringerige gids, getver), Templo de San Blas, de kerk de la Compañia de Jesus en de kathedraal heb ik al allemaal gezien. Er resten er toch nog zeker een tiental! Cusco lijkt enkel uit kerken, musea en winkeltjes te bestaan. Oké, en uit bars, restaurants, cafés en ook wel kunstgalerijen (mooooi).
Dit weekend gaan we dan eindelijk naar Machu Picchu. Niet zo avontuurlijk als we oorspronkelijk gepland hadden, de mountainbikerit doe ik wel ’n andere keer. Langs de Colca Canyon in Arequipa bijvoorbeeld. Na een debacle vorige week tijdens het quad rijden is de goesting in avontuur even geluwd, met trein en bus zullen we er ook wel geraken. Bovendien is de klim van Machu Picchu zelf niet te onderschatten, dus als we de top bereiken, zullen we ook trots zijn. Je krijgt zelfs een stempel op je paspoort als je er geweest bent.
Bon, dit alles gezegd zijnde ga ik dan es een stapje verder. Over een uur weer afgesproken om afscheid te nemen van een paar meisjes, zo gaat het steeds opnieuw, nieuwe mensen leren kennen en afscheid nemen van anderen. Al zijn er vorig weekend toch een aantal bijgekomen die een hele tijd blijven. Dat is wel leuker. We zijn nu trouwens met zo’n twintig mensen in het huis, lekker druk!
Doei!
L.
Omdat ik geen zin had in een zoveelste lunch met witte rijst, wit brood en popcorn, ontvluchtte ik kort voor de middag de guest house om hier in de zachte kussens van het loungy, organische restaurant ‘Sara’ te belanden, achter de grote markt van Cusco centrum. Met een gigantische, overheerlijke papaya-passievruchtensap wacht ik op mijn organische forelsalade, terwijl kwebbelende toeristengroepen in drommen binnenstromen.
Je zou bijna denken dat ik hier op vakantie ben ;-). Ik begin me bijna schuldig te voelen over zoveel vrije tijd. Maar als de mensen willen staken, wie ben ik dan om ze tegen te houden ;-)? De sfeer in de straten is al een stuk gelatener. Politieagenten marcheren moppentappend door de stad, ze fluiten me zelfs na, van de stille dreiging die gisteren in de lucht ging, is nog maar weinig te merken.
Hmm. Delicioso! Wat een overheerlijk slaatje. Met echte sla, gelijk in België ;-)! Het is vreemd hoe je toch zo gewend en verslingerd kunt zijn aan vertrouwde dingen. Ik koop tegenwoordig bruin brood en ontbijt met mijn verborgen Nutellapot op mijn kamertje, haha, ver weg van het witte stokbrood dat elke morgen op de ontbijttafel verschijnt. Hoewel ik erbij moet zeggen dat we qua eten en originaliteit zeker niet mogen klagen in het huis. Maar toch .. niets boven Nutella, bruine stutjes, mmm ;-).
Voor ik aan mijn lesvoorbereidingen van vrijdag en volgende week begin, ga ik subiet één van de vele kerkjes verkennen. Het Incamuseum, museum voor precolumbiaanse kunst, religieuze museum (met ongewilde, opdringerige gids, getver), Templo de San Blas, de kerk de la Compañia de Jesus en de kathedraal heb ik al allemaal gezien. Er resten er toch nog zeker een tiental! Cusco lijkt enkel uit kerken, musea en winkeltjes te bestaan. Oké, en uit bars, restaurants, cafés en ook wel kunstgalerijen (mooooi).
Dit weekend gaan we dan eindelijk naar Machu Picchu. Niet zo avontuurlijk als we oorspronkelijk gepland hadden, de mountainbikerit doe ik wel ’n andere keer. Langs de Colca Canyon in Arequipa bijvoorbeeld. Na een debacle vorige week tijdens het quad rijden is de goesting in avontuur even geluwd, met trein en bus zullen we er ook wel geraken. Bovendien is de klim van Machu Picchu zelf niet te onderschatten, dus als we de top bereiken, zullen we ook trots zijn. Je krijgt zelfs een stempel op je paspoort als je er geweest bent.
Bon, dit alles gezegd zijnde ga ik dan es een stapje verder. Over een uur weer afgesproken om afscheid te nemen van een paar meisjes, zo gaat het steeds opnieuw, nieuwe mensen leren kennen en afscheid nemen van anderen. Al zijn er vorig weekend toch een aantal bijgekomen die een hele tijd blijven. Dat is wel leuker. We zijn nu trouwens met zo’n twintig mensen in het huis, lekker druk!
Doei!
L.
dinsdag 21 september 2010
Hommeles in Cuzco
Vanmorgen werd ik wakker van hondengeblaf in de straat. Alweer een gevecht dat toevallig net onder mijn raam beslecht moest worden. Maar toen het weer stil werd, was het stil. Muisstil. Had ik m'n oordopjes nog in? Nee. Hm. Door het raam zag ik een lege straat. Geen auto's, geen getoeter, geen karren vol versgesneden ananas of de bovenstebeste bananen. Cuzco staakt vandaag. Geen transport, alle winkels gesloten, niemand die gaat werken. In de verte klonk plots tromgeroffel, strijdlustige kreten kwamen steeds dichterbij. Een massa overwegend in het rood gekleurde ontevredenen marcheerde voorbij mijn slaapkamer, discreet vergezeld van een rij met scherm en geweer gewapende policia's. Ergens weerklonken ontploffingen.
Cuzco is boos. Er wordt geprotesteerd tegen een project van de stad Arequipa, zo'n 800 km hiervandaan, dat een groot deel van het water voortgebracht door de rivier Apurimac zou gaan gebruiken. Daardoor zou de nabijgelegen stad Espinar en bij uitbreiding ook Cuzco zonder water kunnen komen te zitten, of de prijzen zouden minstens de pan gaan uitswingen. Espinar staakt al een week, vandaag en morgen bezetten de inwoners Cuzco, en Cuzco doet mee. Scholen, universiteiten, winkels, ... alles blijft voor 48u dicht.
In de straten dikke chaos. Grote stenen in het midden van de straat moeten alle transport verhinderen. Moedige chauffeurs die toch hun auto door de straten proberen te laveren, lopen het risico een steen door hun ruit te krijgen. Overal hangt een ingehouden spanning, politie houdt op elke hoek van de straat en vanop patrouillerende moto's angstvallig de boel in de gaten. Autoloze dinsdag met een rauw randje. Gezellig is het niet.
Ik neem straks een kijkje op de grote markt, waar een massa stijdlustigen verzameld heeft, gewapend met boze kreten en houten planken met spijkers op. Morgen gaat de strijd verder. Benieuwd of er iets aan de plannen voor het project zal veranderen. In het licht van de verkiezingsstrijd die al zo hevig woedt sinds ik hier arriveerde, wordt het er voor de aanstaande nieuwe burgemeester van Cuzco niet makkelijker op, zijn inwoners tevreden te stellen.
A continuar ...
Cuzco is boos. Er wordt geprotesteerd tegen een project van de stad Arequipa, zo'n 800 km hiervandaan, dat een groot deel van het water voortgebracht door de rivier Apurimac zou gaan gebruiken. Daardoor zou de nabijgelegen stad Espinar en bij uitbreiding ook Cuzco zonder water kunnen komen te zitten, of de prijzen zouden minstens de pan gaan uitswingen. Espinar staakt al een week, vandaag en morgen bezetten de inwoners Cuzco, en Cuzco doet mee. Scholen, universiteiten, winkels, ... alles blijft voor 48u dicht.
In de straten dikke chaos. Grote stenen in het midden van de straat moeten alle transport verhinderen. Moedige chauffeurs die toch hun auto door de straten proberen te laveren, lopen het risico een steen door hun ruit te krijgen. Overal hangt een ingehouden spanning, politie houdt op elke hoek van de straat en vanop patrouillerende moto's angstvallig de boel in de gaten. Autoloze dinsdag met een rauw randje. Gezellig is het niet.
Ik neem straks een kijkje op de grote markt, waar een massa stijdlustigen verzameld heeft, gewapend met boze kreten en houten planken met spijkers op. Morgen gaat de strijd verder. Benieuwd of er iets aan de plannen voor het project zal veranderen. In het licht van de verkiezingsstrijd die al zo hevig woedt sinds ik hier arriveerde, wordt het er voor de aanstaande nieuwe burgemeester van Cuzco niet makkelijker op, zijn inwoners tevreden te stellen.
A continuar ...
donderdag 16 september 2010
De eerste keer
Vorige week was de week van de eerste keren. De eerste keer dat ik een sjamaan tegen het lijvige lijf liep (zie vorig bericht), die me een (bijna niet zo) gratis aura-analyse gaf.
Het was ook de eerste keer dat ik weer op een paard kroop, nadat ik de vorige keer dat ik probeerde paard te rijden, zo'n honderd jaar geleden, sierlijk uit het zadel gelicht en brutaal tegen de grond gesmakt werd. Na een helse rit in de achterbak van een pick-up (je had ons moeten zien sjezen over de grote markt) en terwijl we niet te zenuwachtig probeerden te lijken, werd de hele groep aan een paard geholpen. Toen we eindelijk allemaal gezeten waren, kreeg de leider van de kudde een stamp tegen het achterste (of moet je poep zeggen bij een paard ;-)) en kwamen we allemaal schoorvoetend in beweging. Op naar de pampa's, in de weidse velden voelde ik me precies een cowboy/girl :-). Na het voorbij kuieren van de oude Incavesting Saqsayhuamán en de weinige overblijfselen van de Templo de La Luna en de Templo de los Monos besloot Palomo (mijn paard) dat het tijd was voor wat actie en hij begon zowaar te huppelen. Waarschijnlijk wist ie dat zijn stal niet meer veraf kon zijn, dus hij zette het op een vrolijk drafje, nam kortere wegen dan de rest van de kudde en vijf minuten eerder dan de anderen bereikten hij de finish. Oef, met mij nog steeds in het zadel dit keer.
De volgende primeur zit vervat in het overwinnen van mijn hoogtevrees: vorige vrijdag skipten we met z'n allen voor één dagje ons project (lichtelijk tegen mijn principes, maar een zeer gangbare zaak in de wereld van vrijwilligers in Cuzco) voor een volledige dag rock climbing! Na wat gepalaver en discussie met het agentschap waar we hadden geboekt (man, je zou stante pede een Peruaanse koorts krijgen van de onprofessionele manier waarop sommige verkopers hier te werk gaan), verschenen vrijdagmorgen twee goed uitgeruste en zeer competente - zo zou blijken - bergbeklimmers die ons door de dag en van de bergen naar beneden en terug zouden loodsen. Het was een prachtige, zonnige dag en alle zes deden we ons uiterste best om bovenop de onbereikbare top te geraken, het lukte slechts twee van ons. Maar het abseilen, voor mij het griezeligste stuk, ging wonderwel! Met mijn rug naar de dieperik gekeerd wandelde ik voetje voor voetje van de berg, helemaal tot beneden, zo'n 20 meter verder. Volgende keer gaan we voor de 320 meter, zeker weten ;-).
Als laatste maar misschien wel leukste eerste ervaring stond zaterdag het raften op het programma. Voorzien van wat wel de lelijkste 'crocs'schoenen ooit moeten zijn en vol goede moed bereikten we na een helse busrit van wel drie uur (in plaats van een uur en een half ..) de campsite van waaruit we in onze wetsuits en life jackets naar het beginpunt van de afvaart zouden rijden. Na de nodige uitleg van alweer een zeer professioneel team sprongen Taylor en ik dapper in onze boot (wij twee meisjes moesten bij de wilde jongens, help ;-)!) en we zetten ons schrap (je zet één voet vast in de boot zodat je er niet uit valt bij hevige deiningen), onze peddel in de aanslag. Langs watervallen, serieuze stroming (maar ook weer niet overdreven) en tussen gigantische rotsblokken door kreeg ons team al gauw een voorsprong op de rest. Hier en daar moest iedereen uitstappen en ging het een 50-tal meter te voet verder, wegens te gevaarlijk in het water. De gidsen loodsten de boten alleen langs de moeilijkere stukken. Na drie uur peddelen en proesten was het tijd voor kunstjes. Op vlakke stukken water werd de boot een aantal keren 'omgekipt' (iedereen springt gewoon op één kant van de boot en daar gaat ie!) en lagen we in het ijskoude bergwater. Lachen natuurlijk. Slechts één moment verging het lachen me toen ik vast kwam te zitten achter een rotsblok en één van de andere boten recht op me afstevende. Ze voeren half over me, maar ik bleef - boze vuist in de lucht - ongedeerd. De sauna achteraf en de Peruaanse kippensoep maakte al het leed weer goed. Het was gewoon super.
Well, gotta go now, mijn tijd is weeral op. Straks hebben we afgesproken aan de fontein op de Plaza de Armas, om ons te gaan inschrijven voor het quad biken morgennamiddag. Morgenavond gaan we dan de nachtbus op richting Puno, van waaruit we het Titicacameer gaan bezoeken zaterdag en zondag. Ik kijk er al jaren naar uit om daar es naartoe te gaan, joepie! Meer nieuws volgt dus volgende week!
PS wat het doel van mijn verblijf in Cuzco betreft, het lesgeven, kwestie van daar ook nog eens iets over te vertellen ;-): dat gaat heel goed! Ik kan er echt van genieten om voor de klas te staan. Het is fantastisch om te zien dat ze snappen wat je net hebt uitgelegd. Of als ze je vragen stellen tot ze echt begrijpen waar het over gaat. Maar soms doen ze wel heel vervelend, ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat de moed me al meermaals in de schoenen zonk, maar ik blijf doorgaan! Morgen geef ik hen een test, om es te zien wat ze al allemaal van mijn lessen opgestoken hebben. Ik bereid me al stilletjes voor op serieuze desillusies maar toch heb ik het gevoel dat we vooruit gaan. Ik heb het gevoel dat ik zelf ook vooruit ga, dat ik al veel beter weet hoe ik een les moet aanpakken, hoe ik ze zaken moet uitleggen. De opkomst is alleen niet zo talrijk of zo regelmatig als ik zou willen, maar blijkbaar zou de directeur van de school daar geen oren naar hebben. We zien wel. Voorlopig gaat het meer dan goed, we zien wel wat de toekomst brengt.
Tot hoors!
Besos
Liz
Het was ook de eerste keer dat ik weer op een paard kroop, nadat ik de vorige keer dat ik probeerde paard te rijden, zo'n honderd jaar geleden, sierlijk uit het zadel gelicht en brutaal tegen de grond gesmakt werd. Na een helse rit in de achterbak van een pick-up (je had ons moeten zien sjezen over de grote markt) en terwijl we niet te zenuwachtig probeerden te lijken, werd de hele groep aan een paard geholpen. Toen we eindelijk allemaal gezeten waren, kreeg de leider van de kudde een stamp tegen het achterste (of moet je poep zeggen bij een paard ;-)) en kwamen we allemaal schoorvoetend in beweging. Op naar de pampa's, in de weidse velden voelde ik me precies een cowboy/girl :-). Na het voorbij kuieren van de oude Incavesting Saqsayhuamán en de weinige overblijfselen van de Templo de La Luna en de Templo de los Monos besloot Palomo (mijn paard) dat het tijd was voor wat actie en hij begon zowaar te huppelen. Waarschijnlijk wist ie dat zijn stal niet meer veraf kon zijn, dus hij zette het op een vrolijk drafje, nam kortere wegen dan de rest van de kudde en vijf minuten eerder dan de anderen bereikten hij de finish. Oef, met mij nog steeds in het zadel dit keer.
De volgende primeur zit vervat in het overwinnen van mijn hoogtevrees: vorige vrijdag skipten we met z'n allen voor één dagje ons project (lichtelijk tegen mijn principes, maar een zeer gangbare zaak in de wereld van vrijwilligers in Cuzco) voor een volledige dag rock climbing! Na wat gepalaver en discussie met het agentschap waar we hadden geboekt (man, je zou stante pede een Peruaanse koorts krijgen van de onprofessionele manier waarop sommige verkopers hier te werk gaan), verschenen vrijdagmorgen twee goed uitgeruste en zeer competente - zo zou blijken - bergbeklimmers die ons door de dag en van de bergen naar beneden en terug zouden loodsen. Het was een prachtige, zonnige dag en alle zes deden we ons uiterste best om bovenop de onbereikbare top te geraken, het lukte slechts twee van ons. Maar het abseilen, voor mij het griezeligste stuk, ging wonderwel! Met mijn rug naar de dieperik gekeerd wandelde ik voetje voor voetje van de berg, helemaal tot beneden, zo'n 20 meter verder. Volgende keer gaan we voor de 320 meter, zeker weten ;-).
Als laatste maar misschien wel leukste eerste ervaring stond zaterdag het raften op het programma. Voorzien van wat wel de lelijkste 'crocs'schoenen ooit moeten zijn en vol goede moed bereikten we na een helse busrit van wel drie uur (in plaats van een uur en een half ..) de campsite van waaruit we in onze wetsuits en life jackets naar het beginpunt van de afvaart zouden rijden. Na de nodige uitleg van alweer een zeer professioneel team sprongen Taylor en ik dapper in onze boot (wij twee meisjes moesten bij de wilde jongens, help ;-)!) en we zetten ons schrap (je zet één voet vast in de boot zodat je er niet uit valt bij hevige deiningen), onze peddel in de aanslag. Langs watervallen, serieuze stroming (maar ook weer niet overdreven) en tussen gigantische rotsblokken door kreeg ons team al gauw een voorsprong op de rest. Hier en daar moest iedereen uitstappen en ging het een 50-tal meter te voet verder, wegens te gevaarlijk in het water. De gidsen loodsten de boten alleen langs de moeilijkere stukken. Na drie uur peddelen en proesten was het tijd voor kunstjes. Op vlakke stukken water werd de boot een aantal keren 'omgekipt' (iedereen springt gewoon op één kant van de boot en daar gaat ie!) en lagen we in het ijskoude bergwater. Lachen natuurlijk. Slechts één moment verging het lachen me toen ik vast kwam te zitten achter een rotsblok en één van de andere boten recht op me afstevende. Ze voeren half over me, maar ik bleef - boze vuist in de lucht - ongedeerd. De sauna achteraf en de Peruaanse kippensoep maakte al het leed weer goed. Het was gewoon super.
Well, gotta go now, mijn tijd is weeral op. Straks hebben we afgesproken aan de fontein op de Plaza de Armas, om ons te gaan inschrijven voor het quad biken morgennamiddag. Morgenavond gaan we dan de nachtbus op richting Puno, van waaruit we het Titicacameer gaan bezoeken zaterdag en zondag. Ik kijk er al jaren naar uit om daar es naartoe te gaan, joepie! Meer nieuws volgt dus volgende week!
PS wat het doel van mijn verblijf in Cuzco betreft, het lesgeven, kwestie van daar ook nog eens iets over te vertellen ;-): dat gaat heel goed! Ik kan er echt van genieten om voor de klas te staan. Het is fantastisch om te zien dat ze snappen wat je net hebt uitgelegd. Of als ze je vragen stellen tot ze echt begrijpen waar het over gaat. Maar soms doen ze wel heel vervelend, ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat de moed me al meermaals in de schoenen zonk, maar ik blijf doorgaan! Morgen geef ik hen een test, om es te zien wat ze al allemaal van mijn lessen opgestoken hebben. Ik bereid me al stilletjes voor op serieuze desillusies maar toch heb ik het gevoel dat we vooruit gaan. Ik heb het gevoel dat ik zelf ook vooruit ga, dat ik al veel beter weet hoe ik een les moet aanpakken, hoe ik ze zaken moet uitleggen. De opkomst is alleen niet zo talrijk of zo regelmatig als ik zou willen, maar blijkbaar zou de directeur van de school daar geen oren naar hebben. We zien wel. Voorlopig gaat het meer dan goed, we zien wel wat de toekomst brengt.
Tot hoors!
Besos
Liz
Opgelicht vs. opgelucht
Vandaag in San Blas mijn aura laten besnuffelen door een sjamaan! Tijdens een wandeling door de alternatieve buurt van Cuzco, zagen Marta en ik een zoveelste winkeltje vol juwelen. We deden al de hele middag alle winkeltjes aan want Marta was op zoek naar dé perfecte ring. Toen we binnen probeerden te gaan in het bewuste winkeltje, bleek de deur gesloten en binnen riep een stem dat de winkel gesloten was. Er stonden nochtans mensen binnen, maar we liepen verder naar het volgende winkeltje (heb ik al verteld dat Cuzco een ware kwelling is voor shopaholics??). Toen we terugkeerden richting Plaza de Armas en het winkeltje weer passeerden, kwam een robuuste man met lange haren en een indianengezicht molenwiekend de winkel uit, ons overtuigend om binnen te komen, want de winkel was nu wel open. Marta en ik keken elkaar aan, haalden onze schouders op en stapten het kleine winkeltje binnen. Waarop de vreemde snuiter de deur achter ons op slot deed!
Dat deed niet in het minst onbehaaglijk aan, maar we wilden niet flauw doen, en keken nieuwsgierig rond. De man vroeg of we Spaans spraken en na een affirmatief antwoord merkte ie op dat de aura’s in de winkel aan het veranderen waren. Sorry, wat? Jawel, aura’s. Daar was ie specialist in. Sjamaan Jesus, zo stelde ie zichzelf voor. Expert inzake aura’s en Inca chakra’s. Hmm. Of ik wist dat mijn aura oranje en groen is? Wat mocht dat dan wel betekenen, wou ik wel es weten. ‘Confusion’. Oei oei. Of ie m’n hand even mocht lezen? Bwah, ja zeker? Hij hield z’n warme hand een paar centimeter boven mijn hand zweven en liet me daarna twee maal luidop en traag mijn naam zeggen. Oh la la. Confusion alom. Er schuilden minstens twee Lieselottes in mij. Soms wel vijf. Ik moest wel helemaal verward zijn. Ik werd het alleszins meer en meer naarmate hij me ‘onderzocht’ ;-)!
Daarna inspecteerde de sjamaan op dezelfde wijze mijn nek waarop ie me triomfantelijk aankeek. Eureka, hij had een serieuze spanning ontdekt tussen mijn schouderbladen. Zonder de minste twijfel verzekerde sjamaan Jesus me dat dit betekende dat ik te veel absorbeer. Te veel negatieve energie en te veel positieve. Alle info rondom mij slok ik op als een spons, alle verhalen, elk nieuwtje. Daardoor raakte ik helemaal in de war en wist ik niet meer waarin waaruit. Ach zo. De oplossing? Een steentje van slechts een slordige tweehonderd dollar. Had sjamaan Jesus helemaal in hoogsteigen persoon meegebracht van de wereldbekende site Machu Picchu. Na drie maanden zou mijn probleem – hocus pocus pats! – verdwenen zijn. Drie maanden? De overgrote meerderheid bezoekers in Cuzco zijn na drie maanden weer weg. Hoe toevallig ...
Weer thuis googelde ik de naam van de winkel (‘Magic Hands’) en wat blijkt: er bestaan hele blogs van mensen die net dezelfde analyse kregen als ik! We kunnen makkelijk een clubje oprichten met onze oranje en groene aura’s, we zijn met z’n allen compleet het noorden kwijt wat de harmonie tussen hoofd en hart betreft, maar geen nood : drie maanden geduld en een paar dollars verder is het allemaal verleden tijd.
Jammer voor de arme sloebers die een illusie en een serieus aantal dollar armer geworden zijn, nadat ze de steen der afzetterij kochten. Niets mirakel. Geen wonderlijke openbaring. Enkel en alleen het besef dat sprookjes nog steeds niet bestaan. Zelfs niet als ze verkocht worden door een sjamaan uit Cuzco ;-).
Dat deed niet in het minst onbehaaglijk aan, maar we wilden niet flauw doen, en keken nieuwsgierig rond. De man vroeg of we Spaans spraken en na een affirmatief antwoord merkte ie op dat de aura’s in de winkel aan het veranderen waren. Sorry, wat? Jawel, aura’s. Daar was ie specialist in. Sjamaan Jesus, zo stelde ie zichzelf voor. Expert inzake aura’s en Inca chakra’s. Hmm. Of ik wist dat mijn aura oranje en groen is? Wat mocht dat dan wel betekenen, wou ik wel es weten. ‘Confusion’. Oei oei. Of ie m’n hand even mocht lezen? Bwah, ja zeker? Hij hield z’n warme hand een paar centimeter boven mijn hand zweven en liet me daarna twee maal luidop en traag mijn naam zeggen. Oh la la. Confusion alom. Er schuilden minstens twee Lieselottes in mij. Soms wel vijf. Ik moest wel helemaal verward zijn. Ik werd het alleszins meer en meer naarmate hij me ‘onderzocht’ ;-)!
Daarna inspecteerde de sjamaan op dezelfde wijze mijn nek waarop ie me triomfantelijk aankeek. Eureka, hij had een serieuze spanning ontdekt tussen mijn schouderbladen. Zonder de minste twijfel verzekerde sjamaan Jesus me dat dit betekende dat ik te veel absorbeer. Te veel negatieve energie en te veel positieve. Alle info rondom mij slok ik op als een spons, alle verhalen, elk nieuwtje. Daardoor raakte ik helemaal in de war en wist ik niet meer waarin waaruit. Ach zo. De oplossing? Een steentje van slechts een slordige tweehonderd dollar. Had sjamaan Jesus helemaal in hoogsteigen persoon meegebracht van de wereldbekende site Machu Picchu. Na drie maanden zou mijn probleem – hocus pocus pats! – verdwenen zijn. Drie maanden? De overgrote meerderheid bezoekers in Cuzco zijn na drie maanden weer weg. Hoe toevallig ...
Weer thuis googelde ik de naam van de winkel (‘Magic Hands’) en wat blijkt: er bestaan hele blogs van mensen die net dezelfde analyse kregen als ik! We kunnen makkelijk een clubje oprichten met onze oranje en groene aura’s, we zijn met z’n allen compleet het noorden kwijt wat de harmonie tussen hoofd en hart betreft, maar geen nood : drie maanden geduld en een paar dollars verder is het allemaal verleden tijd.
Jammer voor de arme sloebers die een illusie en een serieus aantal dollar armer geworden zijn, nadat ze de steen der afzetterij kochten. Niets mirakel. Geen wonderlijke openbaring. Enkel en alleen het besef dat sprookjes nog steeds niet bestaan. Zelfs niet als ze verkocht worden door een sjamaan uit Cuzco ;-).
woensdag 1 september 2010
El Cuzco, mièrcoles 1 de septiembre.
Na wat we alweer een nuttig gespendeerde dag zouden kunnen noemen, zitten we bibberend en verkleumd op het avondeten te wachten, OMG wat is Cuzco koud! Je zou denken dat men hier de toeristen en vrijwilligers bij aankomst op een flinke portie (hoogte)zon trakteert, zodat ze geen rechtsomkeer zouden maken en weer in het vliegtuig zouden stappen, om dan een paar dagen later - bang! - de kou en regen op ze los te laten. 't Is nu te laat voor dat vliegtuig natuurlijk ;-).
Hoewel, deze morgen kon het idee om op eender welke vlieger te stappen (vliegveld is op eind van de straat!), me wel bekoren. Ik zal je zeggen hoe dat komt. 'Mijn' leerlingen hadden er niets beter op gevonden dan om collectief (ze maakten hun opwachting met een legertje van maar liefst 22 mini-bandietjes) de klas vakkundig op stelten te zetten. Naar alle waarschijnlijkheid hadden ze het bij de schoolpoort zo bedisseld, dat ze (1) én zoveel mogelijk rondjes in het klaslokaal zouden lopen (waarbij extra punten te rapen vielen voor diegene die z'n voorganger een schop tegen het achterwerk kon verkopen); dat ze (2) het wereldrecord toiletbezoeken unbedingt zouden breken vandaag en als klap op de vuurpijl hadden ze (3) ook een tekenwedstrijd met als thema 'schunnigheden op m'n schrift' georganiseerd. Zou het nu aan mij gelegen hebben, of hadden zij een mindere dag ;-)?
Hoe het ook zij, grover geschut is nodig om mijn humeur te verpesten, zélfs op een bitterkoude, regenachtige dag als vandaag ;-). Want vanmiddag stond een bezoek aan het Museo de Arte Precolombino op het programma, een welverdiend uitstapje, me dunkt, niet? Nadat ik een resem kopieën gemaakt had met een flink aantal oefeningen waar m'n ondanks alles zeer teerbeminde boeffies morgen U tegen zullen zeggen (ha!), stapte ik een andere wereld binnen, die van de Inca's, de Moche en de Huarivolkeren. Ongelooflijk wat zij allemaal konden maken, al in de jaren 800 bvb.! Niet makkelijk om je voor te stellen wie die kunstenaars waren, hoe die behendige beeldhouwers te werk gingen, of aan welke goden de keramist dacht, terwijl ie een persoonlijk stukje vernuft in elkaar knutselde. Ook de collectie zilver en gouden juwelen waren om versteld van te staan. Wat een joekels van oorringen! Het was echt mooooi. Het was maar toen ik weer door de grote poort van het museum naar buiten stapte, dat ik pas goed besefte aan welke kakafonie van geuren, kleuren en geluiden ik eventjes ontsnapt was. Zalig :-).
O, en dan heb ik nog niet over het weekend verteld! Dat was fun! Vrijdag gingen we met zo'n acht vrijwiligers naar een Engelse cocktailbar (mmm), en daarna danseuhn! In een club waar ze allerlei muziek draaien. Van bij ons! Faithless, Black Eyed Peas, en zooo veel meer waar ik nu even niet kan opkomen, hoe sneu. Maar het was echt tof! Zaterdag een grote wandeling gemaakt met een paar meiden, en de stad es van allerlei verrassende hoekjes bekeken. Zondag weer gewandeld, het lijkt wel of er achter elk deurtje een (clandestien) winkeltje schuilt. Ik zou wel es willen weten hoeveel tónnen koopwaar Cuzco in de aanbieding heeft! Verder ook een spa bezocht (I know :)!) en daarna nog maar es een danspasje geplaatst, aangezien we maandag toch mochten uitslapen, remember Santa Rosa! En effe denken wat we maandag deden ... oh ja, we brachten Jezus een bezoekje, een gigantisch Christusbeeld hoog! bovenop de bergen. Dat uitje kon tellen na een avondje stappen. De frisse lucht deed ons meer dan goed, en voor ik het wist, stond ik dinsdag alweer bijna fris maar o zo monter voor een bunch grijnzende tieners ;-).
And that's all for now, folks!
De groetjes!
Lieselotte
Na wat we alweer een nuttig gespendeerde dag zouden kunnen noemen, zitten we bibberend en verkleumd op het avondeten te wachten, OMG wat is Cuzco koud! Je zou denken dat men hier de toeristen en vrijwilligers bij aankomst op een flinke portie (hoogte)zon trakteert, zodat ze geen rechtsomkeer zouden maken en weer in het vliegtuig zouden stappen, om dan een paar dagen later - bang! - de kou en regen op ze los te laten. 't Is nu te laat voor dat vliegtuig natuurlijk ;-).
Hoewel, deze morgen kon het idee om op eender welke vlieger te stappen (vliegveld is op eind van de straat!), me wel bekoren. Ik zal je zeggen hoe dat komt. 'Mijn' leerlingen hadden er niets beter op gevonden dan om collectief (ze maakten hun opwachting met een legertje van maar liefst 22 mini-bandietjes) de klas vakkundig op stelten te zetten. Naar alle waarschijnlijkheid hadden ze het bij de schoolpoort zo bedisseld, dat ze (1) én zoveel mogelijk rondjes in het klaslokaal zouden lopen (waarbij extra punten te rapen vielen voor diegene die z'n voorganger een schop tegen het achterwerk kon verkopen); dat ze (2) het wereldrecord toiletbezoeken unbedingt zouden breken vandaag en als klap op de vuurpijl hadden ze (3) ook een tekenwedstrijd met als thema 'schunnigheden op m'n schrift' georganiseerd. Zou het nu aan mij gelegen hebben, of hadden zij een mindere dag ;-)?
Hoe het ook zij, grover geschut is nodig om mijn humeur te verpesten, zélfs op een bitterkoude, regenachtige dag als vandaag ;-). Want vanmiddag stond een bezoek aan het Museo de Arte Precolombino op het programma, een welverdiend uitstapje, me dunkt, niet? Nadat ik een resem kopieën gemaakt had met een flink aantal oefeningen waar m'n ondanks alles zeer teerbeminde boeffies morgen U tegen zullen zeggen (ha!), stapte ik een andere wereld binnen, die van de Inca's, de Moche en de Huarivolkeren. Ongelooflijk wat zij allemaal konden maken, al in de jaren 800 bvb.! Niet makkelijk om je voor te stellen wie die kunstenaars waren, hoe die behendige beeldhouwers te werk gingen, of aan welke goden de keramist dacht, terwijl ie een persoonlijk stukje vernuft in elkaar knutselde. Ook de collectie zilver en gouden juwelen waren om versteld van te staan. Wat een joekels van oorringen! Het was echt mooooi. Het was maar toen ik weer door de grote poort van het museum naar buiten stapte, dat ik pas goed besefte aan welke kakafonie van geuren, kleuren en geluiden ik eventjes ontsnapt was. Zalig :-).
O, en dan heb ik nog niet over het weekend verteld! Dat was fun! Vrijdag gingen we met zo'n acht vrijwiligers naar een Engelse cocktailbar (mmm), en daarna danseuhn! In een club waar ze allerlei muziek draaien. Van bij ons! Faithless, Black Eyed Peas, en zooo veel meer waar ik nu even niet kan opkomen, hoe sneu. Maar het was echt tof! Zaterdag een grote wandeling gemaakt met een paar meiden, en de stad es van allerlei verrassende hoekjes bekeken. Zondag weer gewandeld, het lijkt wel of er achter elk deurtje een (clandestien) winkeltje schuilt. Ik zou wel es willen weten hoeveel tónnen koopwaar Cuzco in de aanbieding heeft! Verder ook een spa bezocht (I know :)!) en daarna nog maar es een danspasje geplaatst, aangezien we maandag toch mochten uitslapen, remember Santa Rosa! En effe denken wat we maandag deden ... oh ja, we brachten Jezus een bezoekje, een gigantisch Christusbeeld hoog! bovenop de bergen. Dat uitje kon tellen na een avondje stappen. De frisse lucht deed ons meer dan goed, en voor ik het wist, stond ik dinsdag alweer bijna fris maar o zo monter voor een bunch grijnzende tieners ;-).
And that's all for now, folks!
De groetjes!
Lieselotte
zaterdag 28 augustus 2010
I'm siiinging ... in the rain ...
Het is zes uur en bijna pikdonker. Ik ontdekte net een fantastisch uitzicht van op de trap naar de bovenste slaapkamers. Door een glazen wand kan je de bergen zien, versierd met duizenden lichtjes die de hoger gelegen dorpjes verlichten. Magnifiek! Als ik tegen Sint-Juttemis es uitgedokterd heb hoe m’n camera werkt in het donker, zal ik es een mooie foto uploaden ;-).
Over feestdagen gesproken, maandag wordt Santa Rosa vereerd en ter ere van haar mogen we allemaal een dagje thuisblijven, waarvoor dank Rosa. Naar ’t schijnt wordt Cusco dan overspoeld door parades en optochten, die wel es heel erg de moeite kunnen zijn. Dat wordt dus de toerist uithangen met de camera in de aanslag (de parades zijn gelukkig overdag …).
Cusco wordt zo blijkt niet enkel en alleen door optochten en feestvierders overspoeld maar ook door heuse stortregens en onweer! Voor één keer dat ik geen kleingeld voor ’n taxi had en dus maar ging lopen (ik weet het, klinkt ongelofelijk lui, en dat is het ook ;-)) begint het toch wel met bakken uit de hemel te stortregenen zeker! In een oogwenk transformeerde het onweer Cusco in een modderpoel, straatbrede overstromingen incluis! Ik kon geen kant meer op, toen een 'correcaminos'-busje achteloos door een reusachtige plas sjeesde en me zo op brutale wijze een natte broek bezorgde. Muchas gracias!
Maar ondertussen is het buiten en in mijn hoofd alweer opgeklaard en zijn we alweer opgedroogd en terug thuis, een Peruaanse pennenzak en fluweelzachte en echt hele mooie, warme trui rijker. Joepie joepie. Jammer genoeg ben ik zo te horen een pak Peruaanse soles armer dan ik had moeten zijn, want ik werd nog maar eens (het zal wel niet de eerste keer zijn) opgelicht waar ik bij stond. Ik betaalde 38 soles voor de trui, wat overeenkomt met een kleine 10 euro. Samaya, die morgen weer naar Maine terugkeert, kocht bijna dezelfde voor maar 25 soles. Outch … Ik moet mijn bargain skills dringend verbeteren!
Straks krijgen we Griekse salade en borritos met guacamole en kip voor avondeten, mmm! En daarna gaan we uit, benieuwd hoe het nachtleven in Cusco eruit ziet! En voor zij die zich zorgen maken of dat gevaarlijk is, ik post dit pas morgen dus dat betekent dat ik het overleefd heb ;-). En dan vertel ik de volgende keer hoe het is geweest! Ik kijk er alleszins naar uit, want bijna iedereen van de family house gaat, en ik vind het echt super hoe iedereen overeenkomt, real fun.
Hasta la próxima!
Over feestdagen gesproken, maandag wordt Santa Rosa vereerd en ter ere van haar mogen we allemaal een dagje thuisblijven, waarvoor dank Rosa. Naar ’t schijnt wordt Cusco dan overspoeld door parades en optochten, die wel es heel erg de moeite kunnen zijn. Dat wordt dus de toerist uithangen met de camera in de aanslag (de parades zijn gelukkig overdag …).
Cusco wordt zo blijkt niet enkel en alleen door optochten en feestvierders overspoeld maar ook door heuse stortregens en onweer! Voor één keer dat ik geen kleingeld voor ’n taxi had en dus maar ging lopen (ik weet het, klinkt ongelofelijk lui, en dat is het ook ;-)) begint het toch wel met bakken uit de hemel te stortregenen zeker! In een oogwenk transformeerde het onweer Cusco in een modderpoel, straatbrede overstromingen incluis! Ik kon geen kant meer op, toen een 'correcaminos'-busje achteloos door een reusachtige plas sjeesde en me zo op brutale wijze een natte broek bezorgde. Muchas gracias!
Maar ondertussen is het buiten en in mijn hoofd alweer opgeklaard en zijn we alweer opgedroogd en terug thuis, een Peruaanse pennenzak en fluweelzachte en echt hele mooie, warme trui rijker. Joepie joepie. Jammer genoeg ben ik zo te horen een pak Peruaanse soles armer dan ik had moeten zijn, want ik werd nog maar eens (het zal wel niet de eerste keer zijn) opgelicht waar ik bij stond. Ik betaalde 38 soles voor de trui, wat overeenkomt met een kleine 10 euro. Samaya, die morgen weer naar Maine terugkeert, kocht bijna dezelfde voor maar 25 soles. Outch … Ik moet mijn bargain skills dringend verbeteren!
Straks krijgen we Griekse salade en borritos met guacamole en kip voor avondeten, mmm! En daarna gaan we uit, benieuwd hoe het nachtleven in Cusco eruit ziet! En voor zij die zich zorgen maken of dat gevaarlijk is, ik post dit pas morgen dus dat betekent dat ik het overleefd heb ;-). En dan vertel ik de volgende keer hoe het is geweest! Ik kijk er alleszins naar uit, want bijna iedereen van de family house gaat, en ik vind het echt super hoe iedereen overeenkomt, real fun.
Hasta la próxima!
donderdag 26 augustus 2010
woensdag 25 augustus 2010
To cuy or not to cuy!
Hoi hoi!
Eerst en vooral, het zou nu moeten mogelijk zijn om reacties op de blog te plaatsen, dus go go go :-)!
Voor zij die goed opgelet hebben, ik werd verondersteld nu reeds in mootjes gehakt te zijn, maar dat is tot op heden lekker niet het geval. Het enige dat in hapklare brokjes werd opgedeeld was de cavia die we net opgepeuzeld hebben, maar daarover later meer!
Het gaat eigenlijk heel goed, dat lesgeven! Het is best wel een uitputtingsslag, de jongens maken het ons niet gemakkelijk. Het gaat om tieners, die helaas niet verplicht zijn de les bij te wonen, dus ze komen wel maar dan elk op een ander tijdstip. Dat maakt het moeilijk omdat je als het ware telkens opnieuw moet beginnen met je les, maar tegelijkertijd kan je de anderen niet in de steek laten omdat er plots een nieuwe leerling binnen komt waaien.
Ik heb het geluk dat ik deze week nog kan samenwerken met Samaya, het Iraanse meisje waarover ik misschien al vertelde. Samen kunnen we die uitgelaten bende straatjongens wel de baas. Vanaf volgende week sta ik er dan wel alleen voor, maar ondertussen ken ik de jongens al een beetje. En begin ik te weten hoe je ze moet aanpakken. Dus het is niet zo dramatisch geworden als ik verwachtte!
Julio César, Cristian, Jonathan, Edison, Alejandro, David en de anderen komen 's morgens vrijwillig inoefenen wat ze in de namiddag leren van een Peruaanse leraar. Voorlopig is dat echt nog een basisniveau, maar ik hoop ze in die tien weken toch echt iets meer te kunnen bijbrengen. We maakten een schrift voor ze, met standaard zinnetjes, en we kochten al balpennen en potloden ook, want die hadden ze niet. En we knutselden een bingo-spel in elkaar, dat vonden ze fantastisch, echt leuk. We moesten beloven het morgen weer te spelen. Dus ze zijn precies wel enthousiast.
Ik zit dit te typen in de dining room terwijl we elkaar grappige anekdotes zitten te vertellen over van alles, onze jeugd, over onze broers en zussen, allerlei gekke ervaringen ... echt grappig, er wordt hier in het algemeen echt veel gelachen. Met het leven hier in Peru ook. Met wat we hier voorgeschoteld krijgen soms (hoewel ik het eigenlijk altijd lekker vind, soms wat grappige combinaties zoals bonenmoes met bolognèsesaus en popcorn ... inspiratie nodig, iemand? ;-)), met de taxichauffeurs, de mensen op straat, de liedjes die je hoort en zo. En natuurlijk was het vanavond echt lachen geblazen in het restaurant waar we de nationale trots verorberd hebben, zijnde cavia, aka guinea pig of cuy!! Stel je voor, een langwerpig bord met een gesmoorde cavia op (mét kop én tanden!) omringd met drie soorten papas (patatjes) en een blaadje sla. Ik moet zeggen, ik vond het niet slecht, maar mijn stukje bevatte nogal veel gestold bloed (smaakt zoet, voor zij dat 't willen weten), dus voor een ex-vegetariër was dat toch even slikken (letterlijk). Het smaakt naar kip, dus het is niet helemaal vreemd. Maar probeer maar eens een stukje versgebakken cavia door je keel te krijgen met twee oogjes en vier tandjes op je netvlies gebrand.. Niet makkelijk :-)! Maar het was echt grappig.
Ik beloof echt zo gauw mogelijk foto's up te loaden, echt waar. Promise!
Oké, we worden hier pretty much uit de dining room gezet, wegens te luid, dus ik zal dan ook maar es onder de wol kruipen (twee dekens én een slaapzak, brr ;-)).
Hasta la próxima!
Lieselotte
Eerst en vooral, het zou nu moeten mogelijk zijn om reacties op de blog te plaatsen, dus go go go :-)!
Voor zij die goed opgelet hebben, ik werd verondersteld nu reeds in mootjes gehakt te zijn, maar dat is tot op heden lekker niet het geval. Het enige dat in hapklare brokjes werd opgedeeld was de cavia die we net opgepeuzeld hebben, maar daarover later meer!
Het gaat eigenlijk heel goed, dat lesgeven! Het is best wel een uitputtingsslag, de jongens maken het ons niet gemakkelijk. Het gaat om tieners, die helaas niet verplicht zijn de les bij te wonen, dus ze komen wel maar dan elk op een ander tijdstip. Dat maakt het moeilijk omdat je als het ware telkens opnieuw moet beginnen met je les, maar tegelijkertijd kan je de anderen niet in de steek laten omdat er plots een nieuwe leerling binnen komt waaien.
Ik heb het geluk dat ik deze week nog kan samenwerken met Samaya, het Iraanse meisje waarover ik misschien al vertelde. Samen kunnen we die uitgelaten bende straatjongens wel de baas. Vanaf volgende week sta ik er dan wel alleen voor, maar ondertussen ken ik de jongens al een beetje. En begin ik te weten hoe je ze moet aanpakken. Dus het is niet zo dramatisch geworden als ik verwachtte!
Julio César, Cristian, Jonathan, Edison, Alejandro, David en de anderen komen 's morgens vrijwillig inoefenen wat ze in de namiddag leren van een Peruaanse leraar. Voorlopig is dat echt nog een basisniveau, maar ik hoop ze in die tien weken toch echt iets meer te kunnen bijbrengen. We maakten een schrift voor ze, met standaard zinnetjes, en we kochten al balpennen en potloden ook, want die hadden ze niet. En we knutselden een bingo-spel in elkaar, dat vonden ze fantastisch, echt leuk. We moesten beloven het morgen weer te spelen. Dus ze zijn precies wel enthousiast.
Ik zit dit te typen in de dining room terwijl we elkaar grappige anekdotes zitten te vertellen over van alles, onze jeugd, over onze broers en zussen, allerlei gekke ervaringen ... echt grappig, er wordt hier in het algemeen echt veel gelachen. Met het leven hier in Peru ook. Met wat we hier voorgeschoteld krijgen soms (hoewel ik het eigenlijk altijd lekker vind, soms wat grappige combinaties zoals bonenmoes met bolognèsesaus en popcorn ... inspiratie nodig, iemand? ;-)), met de taxichauffeurs, de mensen op straat, de liedjes die je hoort en zo. En natuurlijk was het vanavond echt lachen geblazen in het restaurant waar we de nationale trots verorberd hebben, zijnde cavia, aka guinea pig of cuy!! Stel je voor, een langwerpig bord met een gesmoorde cavia op (mét kop én tanden!) omringd met drie soorten papas (patatjes) en een blaadje sla. Ik moet zeggen, ik vond het niet slecht, maar mijn stukje bevatte nogal veel gestold bloed (smaakt zoet, voor zij dat 't willen weten), dus voor een ex-vegetariër was dat toch even slikken (letterlijk). Het smaakt naar kip, dus het is niet helemaal vreemd. Maar probeer maar eens een stukje versgebakken cavia door je keel te krijgen met twee oogjes en vier tandjes op je netvlies gebrand.. Niet makkelijk :-)! Maar het was echt grappig.
Ik beloof echt zo gauw mogelijk foto's up te loaden, echt waar. Promise!
Oké, we worden hier pretty much uit de dining room gezet, wegens te luid, dus ik zal dan ook maar es onder de wol kruipen (twee dekens én een slaapzak, brr ;-)).
Hasta la próxima!
Lieselotte
maandag 23 augustus 2010
Die zien we nooit meer ...
Lieve lezertjes,
Graag wou ik via deze weg plechtig afscheid van jullie nemen, daar ik morgen officieel voor de leeuwen geworpen word, jawel. Omstreeks 8u plaatselijke tijd zullen mijn overlevingskansen slinken naar een gering tot onbestaand niveau. Dan kom ik namelijk voor een klas flink uit de kluiten gewassen relschoppers te staan, een bende leeuwen van het kaliber dat hun welpenvachtje al lang heeft afgeworpen, want het schijnt namelijk om tieners te gaan. En o ja, wat meer is: I’ll be on my own ... snif. Want in de verste verte geen leraar te bespeuren. Slik.
Dus zeg ik jullie dan nu graag dag met het handje. Hoewel, misschien loopt het toch nog niet zo’n vaart. Misschien geven de snoodaards me een dagje voorsprong. Laten ze me eerst in allerlei bochten kronkelen om hun genade te verkrijgen. Waarna ze me dan professioneel in stukjes kunnen hakken. De pestkoppen.
Eerlijkheidshalve moet het gezegd dat ik via Samaya, een Iraans meisje en collega-slachtoffer, een kijkje heb kunnen nemen in het hand-en oefenboek dat als ultieme wapen moet dienen om de hongerige (hier helaas iets meer letterlijk te nemen dan gewoonlijk) wolven koest mee te houden, en dat bood toch een beetje troost. Dus misschien overleef ik mijn eerste dag wel en kan ik nog navertellen wat me allemaal is overkomen. Laten we met z’n allen duimen.
Tot morgen dan maar. Misschien ;-).
Daaag!
Graag wou ik via deze weg plechtig afscheid van jullie nemen, daar ik morgen officieel voor de leeuwen geworpen word, jawel. Omstreeks 8u plaatselijke tijd zullen mijn overlevingskansen slinken naar een gering tot onbestaand niveau. Dan kom ik namelijk voor een klas flink uit de kluiten gewassen relschoppers te staan, een bende leeuwen van het kaliber dat hun welpenvachtje al lang heeft afgeworpen, want het schijnt namelijk om tieners te gaan. En o ja, wat meer is: I’ll be on my own ... snif. Want in de verste verte geen leraar te bespeuren. Slik.
Dus zeg ik jullie dan nu graag dag met het handje. Hoewel, misschien loopt het toch nog niet zo’n vaart. Misschien geven de snoodaards me een dagje voorsprong. Laten ze me eerst in allerlei bochten kronkelen om hun genade te verkrijgen. Waarna ze me dan professioneel in stukjes kunnen hakken. De pestkoppen.
Eerlijkheidshalve moet het gezegd dat ik via Samaya, een Iraans meisje en collega-slachtoffer, een kijkje heb kunnen nemen in het hand-en oefenboek dat als ultieme wapen moet dienen om de hongerige (hier helaas iets meer letterlijk te nemen dan gewoonlijk) wolven koest mee te houden, en dat bood toch een beetje troost. Dus misschien overleef ik mijn eerste dag wel en kan ik nog navertellen wat me allemaal is overkomen. Laten we met z’n allen duimen.
Tot morgen dan maar. Misschien ;-).
Daaag!
zaterdag 21 augustus 2010
Haidiho!
Na heel wat innerlijk gestoef hoe weinig last ik ondervond van de hoogte, begin ik al stilletjes terug te krabbelen en zie ik al reikhalzend uit naar dat eerste kopje coca-thee.. Ben voetje voor voetje van m'n nieuwe stek Casa La Florida naar de school Máximo Nivel gestapt, om iets te posten op m'n blogje. Er is wel internet 'thuis', maar echt goed werkt dat toch niet, dus. Twintig minuutjes strompelen verder wacht er een gezellig internetzaaltje, met zicht op zon en bergen links en een salsalesje rechts. Ga ik overigens zeker ook eens proberen, als mijn hoofd ietsje minder bonkt, that is.
Zonder onder de toeterende taxi's terecht te komen (evident kan je dat namelijk niet noemen), kreeg ik op weg naar hier een beeld van de centrale Avenida El Sol. Kleine winkeltjes met ingedommelde verkoopsters, gigantisch uitziende magazijnen vol typische, kleurrijke weefsels in alle vormen en maten, pick-upjes volgestouwd met mannen onderweg naar Joost mag weten waar, indígenos zonder tanden maar mét karren vol vers gesneden ananas, ijsjes en Inca Cola. En dat alles onder de strenge blik van het reusachtige beeld van de Inca Pachacutec, die hoog van op de bergen een oogje in het zeil houdt.
M'n kamer in Casa Florida deel ik nog één weekje met Judy (met een je, niet dje), een meisje uit Minnesota. Superfan van crime series als daar zijn NCIS en Bones (want die bekijkt ze al de hele dag via pc), en met een bloedhekel aan chocolade, koekjes en dergelijke (zo bleek toen ik haar iets aanbood). Een sympathieke meid, ik geloof dat ze iets met construction doet als vrijwilliger, maar ben er niet helemaal zeker van, net toen we aan de praat raakten, bevond ik me in hogere sferen en liet m'n geheugen me lelijk in de steek.
Ondertussen word ik hier al gestalkt door salsa leraars die me een lesje willen leren, en bovendien vriendjes willen worden op FB. Ga dan es een stapje verder, op zoek naar die coca-thee, helemaal legaal btw, toch ben ik es benieuwd.
Hasta la próxima!
Lieselotte
Na heel wat innerlijk gestoef hoe weinig last ik ondervond van de hoogte, begin ik al stilletjes terug te krabbelen en zie ik al reikhalzend uit naar dat eerste kopje coca-thee.. Ben voetje voor voetje van m'n nieuwe stek Casa La Florida naar de school Máximo Nivel gestapt, om iets te posten op m'n blogje. Er is wel internet 'thuis', maar echt goed werkt dat toch niet, dus. Twintig minuutjes strompelen verder wacht er een gezellig internetzaaltje, met zicht op zon en bergen links en een salsalesje rechts. Ga ik overigens zeker ook eens proberen, als mijn hoofd ietsje minder bonkt, that is.
Zonder onder de toeterende taxi's terecht te komen (evident kan je dat namelijk niet noemen), kreeg ik op weg naar hier een beeld van de centrale Avenida El Sol. Kleine winkeltjes met ingedommelde verkoopsters, gigantisch uitziende magazijnen vol typische, kleurrijke weefsels in alle vormen en maten, pick-upjes volgestouwd met mannen onderweg naar Joost mag weten waar, indígenos zonder tanden maar mét karren vol vers gesneden ananas, ijsjes en Inca Cola. En dat alles onder de strenge blik van het reusachtige beeld van de Inca Pachacutec, die hoog van op de bergen een oogje in het zeil houdt.
M'n kamer in Casa Florida deel ik nog één weekje met Judy (met een je, niet dje), een meisje uit Minnesota. Superfan van crime series als daar zijn NCIS en Bones (want die bekijkt ze al de hele dag via pc), en met een bloedhekel aan chocolade, koekjes en dergelijke (zo bleek toen ik haar iets aanbood). Een sympathieke meid, ik geloof dat ze iets met construction doet als vrijwilliger, maar ben er niet helemaal zeker van, net toen we aan de praat raakten, bevond ik me in hogere sferen en liet m'n geheugen me lelijk in de steek.
Ondertussen word ik hier al gestalkt door salsa leraars die me een lesje willen leren, en bovendien vriendjes willen worden op FB. Ga dan es een stapje verder, op zoek naar die coca-thee, helemaal legaal btw, toch ben ik es benieuwd.
Hasta la próxima!
Lieselotte
Casi llegamos!
20 AUG - Oef. Het is nu 18u25 plaatselijke tijd en ik zit al in pyjama, zelf meegebrachte pantoffels incluis ;-). Traject 1 is succesvol verlopen, I made it to Lima! Na een helse trein-tram-bus-dag (vervang bus door Boeing 777-200) van 21,5 uur belandde ik safe en sound in mijn muf hotelkamertje, de deur op slot én vakkundig gebarricadeerd met kleerkast en strategisch opgestelde valies. Niet dat ik me onveilig voel hoor. Misschien was het wel even spannend tijdens de taxirit naar het hotel, maar dat helse verkeer van kleurrijke airportbusjes die zich kriskras een weg duwden in allerlei tegengestelde rijrichtingen, deed toch eerder schattig dan gevaarlijk aan. En wat de hotelkamer verder betreft, het is hier zelfs best proper, niet één kakkerlakje te zien, nergens, en ik heb écht goed gekeken ;-).
It’s been quite a day, maar bon, we mogen niet klagen. Al helemaal niet wat de bediening, service en menukaart ;-) van KLM betreft. Over de treinritten richting Schiphol voor dag en dauw kan ik niet veel navertellen, behalve dan misschien dat ik de tijd grotendeels met mijn ogen dicht en wang tegen het raampje geplakt zal doorgebracht hebben. Niets noemenswaardigs dus. Anders was het gesteld met het zeer ruime aanbod films en TV-series (o.a. Baantjer ;-)) tijdens de vlucht, de rijkelijk aangeboden drankjes en koekjes, het meer dan welkome dekentje en kussentje, het mmm lekkere eten (x 4) en de echt vriendelijke bediening.
Dat er eerst een akkefietje plaatsvond bij het inchecken over het toegestane aantal kilo’s in de valies, en we tot twee keer toe bagage mochten versassen van valies naar handbagage en weer terug, dat zijn we ondertussen al vergeten. Dat er geen zetel voor me geboekt was en toen die eindelijk wel toegewezen werd, de stoelzitting zelf ontbrak en onvindbaar bleef, dat euveltje geraakte ook van de baan. Iets verser in het geheugen ligt het gehuil, getier, gekrijs en gekreun van alle 150 baby’s aan boord (want veel minder zullen het er toch niet geweest zijn!), maar ook daar willen we op een dag als vandaag niet moeilijk over doen. We zijn per slot van rekening toch een klein beetje met vakantie ;-).
En dit gezegd zijnde, I call it already a day, want we willen morgen fris en monter het tweede traject tegemoet, richting eindbestemming Cuzco.Woehoe. Benieuwd!! Welterusten!
dinsdag 17 augustus 2010
To Peru or not to Peru ...
Hiphoi!
Dit is mijn blog voor de maandjes die ik in Peru vertoef. Met dank aan - ja ja ere wie ere toekomt - mijn schitterende broertje die dees heeft opgezet voor mij ;-)..
Het avontuur staat al niet meer stilletjes voor de deur, maar staat al breed grijnzend met de valies in de hand in het deurgat. Here we go, het donkere diepe onbekende tegemoet, brrr :-) ...
Nog twee dagen om die valies gevuld en de moed opgekrikt te krijgen en - aaaaagghhh - Cuzco here I come! Wish me lu-huck .. :-)
Lieselotte x
Dit is mijn blog voor de maandjes die ik in Peru vertoef. Met dank aan - ja ja ere wie ere toekomt - mijn schitterende broertje die dees heeft opgezet voor mij ;-)..
Het avontuur staat al niet meer stilletjes voor de deur, maar staat al breed grijnzend met de valies in de hand in het deurgat. Here we go, het donkere diepe onbekende tegemoet, brrr :-) ...
Nog twee dagen om die valies gevuld en de moed opgekrikt te krijgen en - aaaaagghhh - Cuzco here I come! Wish me lu-huck .. :-)
Lieselotte x
Abonneren op:
Posts (Atom)