En toen stonden we plots in een postkaartje! Maandag bezochten we Machu Picchu, de lang verborgen, oude Inca stad, terecht alom geprezen en door Unesco bekroond tot werelderfgoed. De stad, die destijds (zo’n slordige 500 jaar geleden) als buitenverblijf gebruikt werd door koningen en ander hoge pieten (zo luidt althans één van de theorieën), ligt op een half uurtje bergop rondjes draaien van Aguas Calientes, genoemd naar z’n warmwaterbronnen, die wij overigens niet hebben uitgetest. Die schijnen sowieso toch nogal smerig en eigenlijk niet eens zo warm te zijn, dus we gaan er maar vanuit dat we niets gemist hebben.
Van Machu Picchu kunnen we zeker niets gemist hebben, want daar hebben we elk hoekje en kantje grondig bestudeerd. Tegen 6u (jawel, ’s morgens) stonden we – na een slapeloze nacht in een erbarmelijke jeugdherberg – als één van de eersten aan de ingang, zodat we bij de 400 gelukkigen zouden horen die als enigen de berg Huayna Picchu mochten beklimmen (slechts 2 keer 200 bezoekers mogen per dag de berg op, een groep om 7u en een groep om 10u. Wij zaten in de groep van 10u, er hadden zich dus al 200 strevers voor ons gemeld ;-)).
Na wat verkennende blikken en de eerste kiekjes ging het zelfverzekerd de eerste berg op, richting de Zonnepoort (Intipunku in het Quechua, de taal van de Inca’s die vandaag nog steeds gesproken wordt). We waren onze tocht gestart midden in een hele dikke pak nevel en gek genoeg klaarde het steeds meer op naarmate de klim vorderde. Toen we bijna aan de Zonnepoort waren, scheen de zon al door de wolken. Ook toevallig, of misschien ook niet ... hmm… ;-). Overal waar je keek, en niet alleen vanaf Intipunku, had je een fantastisch zicht op de bergen rondom, fenomenaal!
Onderweg weer naar beneden, richting de stad zelf, waar nog heel wat huisjes overeind zijn blijven staan dankzij de ontzagwekkende bouwstijl van de Inca’s, kwamen we op ons pad een paar vrij rond wandelende lama’s tegen, die duidelijk niet van plan waren voor ons uit de kant te gaan. Ze wilden wel met ons op de foto. Hun kleurrijke oorbellen vrolijk in het rond slaand.
Ondertussen begon het al aardig op te warmen, het was ten slotte toch al 9u … en de enthousiaste kreten dat wandelen en klimmen op Machu Picchu toch een pak makkelijker was dan in het 1000 meter hoger gelegen Cusco, werden algauw ingeslikt. Er was hier dan misschien iets meer zuurstof, het was toch ook puffen geblazen.
Tegen 10u hadden we het gevoel al een halve dag gewandeld en ‘gehiked’ te hebben, en dat was niet eens zo verkeerd, maar toen begon het nog maar pas. De Huayna Picchu. Aan de controlepost aan de voet van de berg werd streng gemeld dat je maar beter in een opperbeste conditie kon verkeren, of dat je anders beter rechtsomkeer maakte. Niet voor watjes dus. Phoe, fluitje van een cent. En weg waren we.
Pffffffffffffffffffff …! Juist op het moment dat we de dooien gingen beginnen tellen, bleek dat we de top levend hadden bereikt. Man, dat waren veel trappen! En stenen, en klimtouwen, grotten (nu ja, één, maar een hele smalle!) en ladders, maar we stonden helemaal boven! Né! Hadden wij dat even mooi geflikt, zie daar al die watjes daar beneden ;-). Wat een prachtig zicht op Machu Picchu, zo’n kleine 400 meter hoger (het leken er 4000 hoor!). Nu stonden we óp het postkaartje, want als je die hoge, steile berg bekijkt op de bekende uitzichten van MP, ewel, dáár stonden wij óp! Fier als gieters. Iemand overigens ooit een fiere gieter gezien? Ewel, ik ook niet, maar het klinkt toch hé ;-).
De tocht naar beneden zou veel makkelijker gaan dachten we, en we waren in gedachten al beneden onze lunch aan het bestellen. Helaas lieten de sandwiches iets langer op zich wachten, want naar beneden ‘klimmen’ leek zo mogelijk nog moeilijker dan naar boven. Op de moeilijkste stukken schoven we op handen en voeten naar beneden, gelukkig ben ik over mijn hoogtevrees heen! Niet eens zo veel later dan gepland checkten we weer uit het berggebied en stonden we weer op de begane grond. Op naar de uitgang, waar we bij gebrek aan aanwezig personeel zelf onze paspoorten van een Machu Picchu stempel voorzagen. Check! Missie geslaagd.
Tussen het klimmen en kiekjes nemen door, dacht ik aan mijn vrijwilligersproject. Hoewel het reizen en ontdekken echt meer dan de moeite waard is, ben ik niet enkel daarvoor naar hier gekomen. De laatste dagen kwam er van lesgeven maar bitter weinig in huis, deels door omstandigheden, en deels door wangedrag van de leerlingen. Hoewel ik er zeker van ben dat ik hen al één en ander heb bijgebracht, lijken ze niet het type kinderen die mijn hulp echt nodig hebben. Al sinds de eerste dag verbaasde ik me over hoe rijk de kids zijn. Het ontbreekt hen aan niets. Behalve dan misschien aan interesse. Tienerjongens kan je uiteraard niet als een voorkeurpubliek beschouwen, en ik weet wel dat ze hun nieuwsgierigheid, leergierigheid onder hun stoere petten verbergen, maar toch kan ik me niet meer van de indruk ontdoen dat ik méér kan doen hier in Cusco.
Daarom ga ik morgen een nieuwe plek uittesten, één voor kleinere kindjes tussen 3 en 5, die uit arme buurten komen, en naar scholen gaan waar men niets kan betalen, zelfs geen degelijk aantal leraars. Later deze week heb ik me ook opgegeven om een kijkje te gaan nemen in een weeshuis voor achtergelaten en te vondeling gelegde baby’s, waar men ook mensen te kort komt. Ik weet nog niet of dat iets voor mij zal zijn, maar ik weet wel dat het interessant zal zijn om te zien hoe het er daar aan toe gaat. We zullen zien, ik laat het wel weten!
Hasta la próxima!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten