Vorige week was de week van de eerste keren. De eerste keer dat ik een sjamaan tegen het lijvige lijf liep (zie vorig bericht), die me een (bijna niet zo) gratis aura-analyse gaf.
Het was ook de eerste keer dat ik weer op een paard kroop, nadat ik de vorige keer dat ik probeerde paard te rijden, zo'n honderd jaar geleden, sierlijk uit het zadel gelicht en brutaal tegen de grond gesmakt werd. Na een helse rit in de achterbak van een pick-up (je had ons moeten zien sjezen over de grote markt) en terwijl we niet te zenuwachtig probeerden te lijken, werd de hele groep aan een paard geholpen. Toen we eindelijk allemaal gezeten waren, kreeg de leider van de kudde een stamp tegen het achterste (of moet je poep zeggen bij een paard ;-)) en kwamen we allemaal schoorvoetend in beweging. Op naar de pampa's, in de weidse velden voelde ik me precies een cowboy/girl :-). Na het voorbij kuieren van de oude Incavesting Saqsayhuamán en de weinige overblijfselen van de Templo de La Luna en de Templo de los Monos besloot Palomo (mijn paard) dat het tijd was voor wat actie en hij begon zowaar te huppelen. Waarschijnlijk wist ie dat zijn stal niet meer veraf kon zijn, dus hij zette het op een vrolijk drafje, nam kortere wegen dan de rest van de kudde en vijf minuten eerder dan de anderen bereikten hij de finish. Oef, met mij nog steeds in het zadel dit keer.
De volgende primeur zit vervat in het overwinnen van mijn hoogtevrees: vorige vrijdag skipten we met z'n allen voor één dagje ons project (lichtelijk tegen mijn principes, maar een zeer gangbare zaak in de wereld van vrijwilligers in Cuzco) voor een volledige dag rock climbing! Na wat gepalaver en discussie met het agentschap waar we hadden geboekt (man, je zou stante pede een Peruaanse koorts krijgen van de onprofessionele manier waarop sommige verkopers hier te werk gaan), verschenen vrijdagmorgen twee goed uitgeruste en zeer competente - zo zou blijken - bergbeklimmers die ons door de dag en van de bergen naar beneden en terug zouden loodsen. Het was een prachtige, zonnige dag en alle zes deden we ons uiterste best om bovenop de onbereikbare top te geraken, het lukte slechts twee van ons. Maar het abseilen, voor mij het griezeligste stuk, ging wonderwel! Met mijn rug naar de dieperik gekeerd wandelde ik voetje voor voetje van de berg, helemaal tot beneden, zo'n 20 meter verder. Volgende keer gaan we voor de 320 meter, zeker weten ;-).
Als laatste maar misschien wel leukste eerste ervaring stond zaterdag het raften op het programma. Voorzien van wat wel de lelijkste 'crocs'schoenen ooit moeten zijn en vol goede moed bereikten we na een helse busrit van wel drie uur (in plaats van een uur en een half ..) de campsite van waaruit we in onze wetsuits en life jackets naar het beginpunt van de afvaart zouden rijden. Na de nodige uitleg van alweer een zeer professioneel team sprongen Taylor en ik dapper in onze boot (wij twee meisjes moesten bij de wilde jongens, help ;-)!) en we zetten ons schrap (je zet één voet vast in de boot zodat je er niet uit valt bij hevige deiningen), onze peddel in de aanslag. Langs watervallen, serieuze stroming (maar ook weer niet overdreven) en tussen gigantische rotsblokken door kreeg ons team al gauw een voorsprong op de rest. Hier en daar moest iedereen uitstappen en ging het een 50-tal meter te voet verder, wegens te gevaarlijk in het water. De gidsen loodsten de boten alleen langs de moeilijkere stukken. Na drie uur peddelen en proesten was het tijd voor kunstjes. Op vlakke stukken water werd de boot een aantal keren 'omgekipt' (iedereen springt gewoon op één kant van de boot en daar gaat ie!) en lagen we in het ijskoude bergwater. Lachen natuurlijk. Slechts één moment verging het lachen me toen ik vast kwam te zitten achter een rotsblok en één van de andere boten recht op me afstevende. Ze voeren half over me, maar ik bleef - boze vuist in de lucht - ongedeerd. De sauna achteraf en de Peruaanse kippensoep maakte al het leed weer goed. Het was gewoon super.
Well, gotta go now, mijn tijd is weeral op. Straks hebben we afgesproken aan de fontein op de Plaza de Armas, om ons te gaan inschrijven voor het quad biken morgennamiddag. Morgenavond gaan we dan de nachtbus op richting Puno, van waaruit we het Titicacameer gaan bezoeken zaterdag en zondag. Ik kijk er al jaren naar uit om daar es naartoe te gaan, joepie! Meer nieuws volgt dus volgende week!
PS wat het doel van mijn verblijf in Cuzco betreft, het lesgeven, kwestie van daar ook nog eens iets over te vertellen ;-): dat gaat heel goed! Ik kan er echt van genieten om voor de klas te staan. Het is fantastisch om te zien dat ze snappen wat je net hebt uitgelegd. Of als ze je vragen stellen tot ze echt begrijpen waar het over gaat. Maar soms doen ze wel heel vervelend, ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat de moed me al meermaals in de schoenen zonk, maar ik blijf doorgaan! Morgen geef ik hen een test, om es te zien wat ze al allemaal van mijn lessen opgestoken hebben. Ik bereid me al stilletjes voor op serieuze desillusies maar toch heb ik het gevoel dat we vooruit gaan. Ik heb het gevoel dat ik zelf ook vooruit ga, dat ik al veel beter weet hoe ik een les moet aanpakken, hoe ik ze zaken moet uitleggen. De opkomst is alleen niet zo talrijk of zo regelmatig als ik zou willen, maar blijkbaar zou de directeur van de school daar geen oren naar hebben. We zien wel. Voorlopig gaat het meer dan goed, we zien wel wat de toekomst brengt.
Tot hoors!
Besos
Liz
Geen opmerkingen:
Een reactie posten