dinsdag 28 september 2010

Machu en Huayna ofte de Picchu's!

En toen stonden we plots in een postkaartje! Maandag bezochten we Machu Picchu, de lang verborgen, oude Inca stad, terecht alom geprezen en door Unesco bekroond tot werelderfgoed. De stad, die destijds (zo’n slordige 500 jaar geleden) als buitenverblijf gebruikt werd door koningen en ander hoge pieten (zo luidt althans één van de theorieën), ligt op een half uurtje bergop rondjes draaien van Aguas Calientes, genoemd naar z’n warmwaterbronnen, die wij overigens niet hebben uitgetest. Die schijnen sowieso toch nogal smerig en eigenlijk niet eens zo warm te zijn, dus we gaan er maar vanuit dat we niets gemist hebben.

Van Machu Picchu kunnen we zeker niets gemist hebben, want daar hebben we elk hoekje en kantje grondig bestudeerd. Tegen 6u (jawel, ’s morgens) stonden we – na een slapeloze nacht in een erbarmelijke jeugdherberg – als één van de eersten aan de ingang, zodat we bij de 400 gelukkigen zouden horen die als enigen de berg Huayna Picchu mochten beklimmen (slechts 2 keer 200 bezoekers mogen per dag de berg op, een groep om 7u en een groep om 10u. Wij zaten in de groep van 10u, er hadden zich dus al 200 strevers voor ons gemeld ;-)).

Na wat verkennende blikken en de eerste kiekjes ging het zelfverzekerd de eerste berg op, richting de Zonnepoort (Intipunku in het Quechua, de taal van de Inca’s die vandaag nog steeds gesproken wordt). We waren onze tocht gestart midden in een hele dikke pak nevel en gek genoeg klaarde het steeds meer op naarmate de klim vorderde. Toen we bijna aan de Zonnepoort waren, scheen de zon al door de wolken. Ook toevallig, of misschien ook niet ... hmm… ;-). Overal waar je keek, en niet alleen vanaf Intipunku, had je een fantastisch zicht op de bergen rondom, fenomenaal!

Onderweg weer naar beneden, richting de stad zelf, waar nog heel wat huisjes overeind zijn blijven staan dankzij de ontzagwekkende bouwstijl van de Inca’s, kwamen we op ons pad een paar vrij rond wandelende lama’s tegen, die duidelijk niet van plan waren voor ons uit de kant te gaan. Ze wilden wel met ons op de foto. Hun kleurrijke oorbellen vrolijk in het rond slaand.

Ondertussen begon het al aardig op te warmen, het was ten slotte toch al 9u … en de enthousiaste kreten dat wandelen en klimmen op Machu Picchu toch een pak makkelijker was dan in het 1000 meter hoger gelegen Cusco, werden algauw ingeslikt. Er was hier dan misschien iets meer zuurstof, het was toch ook puffen geblazen.

Tegen 10u hadden we het gevoel al een halve dag gewandeld en ‘gehiked’ te hebben, en dat was niet eens zo verkeerd, maar toen begon het nog maar pas. De Huayna Picchu. Aan de controlepost aan de voet van de berg werd streng gemeld dat je maar beter in een opperbeste conditie kon verkeren, of dat je anders beter rechtsomkeer maakte. Niet voor watjes dus. Phoe, fluitje van een cent. En weg waren we.

Pffffffffffffffffffff …! Juist op het moment dat we de dooien gingen beginnen tellen, bleek dat we de top levend hadden bereikt. Man, dat waren veel trappen! En stenen, en klimtouwen, grotten (nu ja, één, maar een hele smalle!) en ladders, maar we stonden helemaal boven! Né! Hadden wij dat even mooi geflikt, zie daar al die watjes daar beneden ;-). Wat een prachtig zicht op Machu Picchu, zo’n kleine 400 meter hoger (het leken er 4000 hoor!). Nu stonden we óp het postkaartje, want als je die hoge, steile berg bekijkt op de bekende uitzichten van MP, ewel, dáár stonden wij óp! Fier als gieters. Iemand overigens ooit een fiere gieter gezien? Ewel, ik ook niet, maar het klinkt toch hé ;-).

De tocht naar beneden zou veel makkelijker gaan dachten we, en we waren in gedachten al beneden onze lunch aan het bestellen. Helaas lieten de sandwiches iets langer op zich wachten, want naar beneden ‘klimmen’ leek zo mogelijk nog moeilijker dan naar boven. Op de moeilijkste stukken schoven we op handen en voeten naar beneden, gelukkig ben ik over mijn hoogtevrees heen! Niet eens zo veel later dan gepland checkten we weer uit het berggebied en stonden we weer op de begane grond. Op naar de uitgang, waar we bij gebrek aan aanwezig personeel zelf onze paspoorten van een Machu Picchu stempel voorzagen. Check! Missie geslaagd.

Tussen het klimmen en kiekjes nemen door, dacht ik aan mijn vrijwilligersproject. Hoewel het reizen en ontdekken echt meer dan de moeite waard is, ben ik niet enkel daarvoor naar hier gekomen. De laatste dagen kwam er van lesgeven maar bitter weinig in huis, deels door omstandigheden, en deels door wangedrag van de leerlingen. Hoewel ik er zeker van ben dat ik hen al één en ander heb bijgebracht, lijken ze niet het type kinderen die mijn hulp echt nodig hebben. Al sinds de eerste dag verbaasde ik me over hoe rijk de kids zijn. Het ontbreekt hen aan niets. Behalve dan misschien aan interesse. Tienerjongens kan je uiteraard niet als een voorkeurpubliek beschouwen, en ik weet wel dat ze hun nieuwsgierigheid, leergierigheid onder hun stoere petten verbergen, maar toch kan ik me niet meer van de indruk ontdoen dat ik méér kan doen hier in Cusco.

Daarom ga ik morgen een nieuwe plek uittesten, één voor kleinere kindjes tussen 3 en 5, die uit arme buurten komen, en naar scholen gaan waar men niets kan betalen, zelfs geen degelijk aantal leraars. Later deze week heb ik me ook opgegeven om een kijkje te gaan nemen in een weeshuis voor achtergelaten en te vondeling gelegde baby’s, waar men ook mensen te kort komt. Ik weet nog niet of dat iets voor mij zal zijn, maar ik weet wel dat het interessant zal zijn om te zien hoe het er daar aan toe gaat. We zullen zien, ik laat het wel weten!

Hasta la próxima!

woensdag 22 september 2010

Pictures!

Titicaca baby!

Vorig weekend het Titicacameer bezocht. Magnifiek!! Zo mooi, weids, glinsterend, rustgevend. Een heel weekend lang hebben we op het meer dat op de grens tussen Peru en Bolivië ligt gevaren, gewandeld, gegeten, gedanst. Met een nachtbus vertrokken we vrijdagnacht richting Puno. Ik helaas een uur later en alleen zonder de andere 7 meisjes, want – o wee – mijn zetel werd dubbel geboekt. In plaats dat de alleen reizende ploert die op ‘mijn’ stoel zat van bus wisselde, neen, ik mocht in mijn uppie afdruipen. Om 5u in plaats van om 4u ’s morgens zette mijn vriendelijke taxichauffeur me af aan het hotel in Puno, waar we twee uur later alweer aan het ontbijt dienden te verschijnen. De ploert die blijkbaar toch niet alleen maar met ons meereisde (oh nee!), had nog het lef op te merken dat ie elk woord (meer dan vijf kunnen het er niet geweest zijn) dat ik tijdens het ochtendlijke inchecken met de hotelreceptionist had gewisseld kon verstaan vanuit zijn bed op het – jawel – derde verdiep. Het kwam tussen ons niet meer goed dat weekend.
Maar het weekend was zoals ik al zei meer dan geslaagd. De zaterdagmorgen bezochten we de drijvende rieteilanden waar een hele gemeenschap vissers op leeft. De dikke pak riet waarop hun huizen en scholen (met riet) werden gebouwd, wordt laag per laag vervangen. Hun boten waarop ook wij es mochten varen, zijn gemaakt van riet en gerecycleerde petflessen. Energie halen ze, meer dan mee met hun tijd, uit zonnepanelen! Grappig om te zien hoe een zo primitieve gemeenschap die leeft van verse visvangst op zo’n moderne manier in z’n energie voorziet. In hun rieten huisjes vind je geen douche, geen stromend water, maar wel dvd-spelers.
Van daaruit moesten we – naar mijn mening veel te vroeg – alweer vertrekken naar het volgende eiland, zo’n drie uur varen van de Uros eilanden vandaan. Op het eiland Amantani, waar we de nacht zouden doorbrengen, werden we opgewacht door twee lokale zusjes, onze gastvrouwen voor het weekend. Puffend en zwetend liepen we alle acht de berg naar hun huisje op. De kamers waren meer dan in orde, ons bed was gemaakt van … riet ;-). De badkamer had een douche en een lavabo, maar geen stromend water (we hadden genoeg flessenwater mee gebracht). Het toilet moesten we het hele weekend manueel doorspoelen door een emmer water in de pot te zwieren. Wat de ene al beter kon dan de andere. Haha.
Op Amantani beklommen we – nadat we ons per drie in de slaapkamers geïnstalleerd hadden (en dus geen douche hadden genomen ;-)), samen met onze grappige gids de hoogste berg op het eiland, de Pachatata. Weeral puffen en zweten, maar het was het meer dan waard, want van op het topje van de berg kregen we een magnifieke zonsondergang te zien, die recht uit een drie-D-tekenfilm leek te komen. De kleuren, de lichtinval op de bergen, op het meer was echt prachtig. De techniek staat ook op bergtoppen voor niets, dus berichtje naar het vriendje getypt ;-). Was ie d’er maar bij geweest. Oooh.
Na al dat zwoegen was het tijd voor het diner, door de gastvrije en altijd goedlachse zusjes samen klaargemaakt in de meest primitieve keuken die ik ooit heb gezien. Het was eigenlijk niet meer dan een hutje, maar de talrijke potten pruttelden op de kolen, en het was gezellig. Eerst quinoa soep (Peruaans graan, heel voedzaam, ziet er een beetje uit als kaviaar) en daarna een bord vol … patatten. Peru gaat er prat op over wel 5000 soorten aardappelen te beschikken, waarvan wij er een luttele zes à zeven op ons bord kregen. Gele, paarse, oranje patatten. Lekker. Met wat boter was het echter nog beter geweest. Gelukkig hadden we verse mora-kruidenthee om onze droge mond en het gegiechel mee weg te spoelen.
Na de versterkende patatten werden we in Peruaanse rokken en bloezen gehesen en ging het richting plaatselijke dancing, waar een bandje op gitaren en panfluiten tokkelde en blies. Samen met een horde (Hollandse!) toeristen werd er gedanst, gehuppeld en gelachen dat het een lieve lust was. De plaatselijke vrijgezellen waren natuurlijk maar wat blij met de komst van acht buitenlandse meiden en gunden ons geen vijf minuten om langs de kant uit te blazen. Na twee uur rondjes draaien konden we dan toch ontsnappen en vluchtten we met onze zaklampen in het pikdonker door de velden naar ‘ons’ huis. Onder vijf dekens en op een keihard (duidelijk geen riet of stro hier!) kussen vielen we in slaap.
De zondagmorgen kregen we zowaar dikke pannenkoeken bij het ontbijt, wij blij (geen patatten!) en toen moesten we ons haasten naar de boot voor een nieuwe tocht op het gigantische meer. Ik vulde nog vlug het lege Niveapotje van onze gastvrouw bij, we schonken haar de rijst en blikjes tonijn die we hadden meegebracht, kochten nog vlug een sjaal en een paar handschoenen van haar (ik heb twee rechterhanden gekocht zo zou ’s avonds blijken, zucht) en sprongen op onze boot. Op naar het volgende eiland, Taquile, waar de mensen allemaal goedgemutst zijn. Letterlijk dan. Kleine meisjes dragen bruin in hun lange mutsen, kleine jongens zwart. Vrijgezellen dragen rood met witte mutsen, getrouwde eilandbewoners dragen enkel rode mutsen. Mannen maken er de trouwjurken voor hun bruiden, versierd met riemen waarvoor ze het afgesneden haar van die bruiden gebruiken! Elk eiland op het Titicacameer heeft zo zijn eigen gebruiken en tradities. Heel vreemd maar sympathiek. Na een steile wandeling op het eiland arriveerden we in het restaurant waar we konden kiezen tussen forel of omelet. De keuze voor vers gevangen forel was rap gemaakt. Overheerlijk, zeker van op het hooggelegen terras met uitzicht over het reuzegrote meer.
Na alweer een paar uur varen kwamen we dan weer aan in Puno, waar we ’s avonds – allemaal samen dit keer – de nachtbus zouden nemen richting Cusco, waar we tegen de ochtend zouden aankomen. Ook in Puno niets dan straatverkoop, zoals overal in Peru. Jassen, truien, mutsen, kousen, lamaatjes, schaapjes, oorringen en armbanden in alle kleuren, maten en vormen. Toen we in de zon een ijsje verorberden op het centrale pleintje voor de kathedraal werden we overspoeld door verkoopsters die ervan overtuigd waren dat we dringend een muts, sjaal of nieuwen hoed nodig hadden. Na al dat verkoopgeweld vluchtten we een restaurant binnen, waar we voor het eerst (maar wat mij betreft zeker niet voor het laatst) alpaca (de kleinere, dikkere versie van de lama) uit de menukaart kozen. Het vlees ziet eruit als varkensvlees, maar smaakt eerder naar rundvlees, zo werd unaniem besloten. De moeite waard om es te proberen!
En dat was het dan wat vorig weekend betreft. Volgend weekend Machu Picchu! Tot de volgende!

Over stakingen en ensaladas de trucha

Tweede dag van de staking. Tweede onverwachts vrije dag midden in de week. Ook morgen vrijaf, de school gaat op excursie. Morgen ga ik zelf ook een hele dag op stap met een gids die ik gisteren leerde kennen in de kathedraal. De Heilige Vallei gaan verkennen.
Omdat ik geen zin had in een zoveelste lunch met witte rijst, wit brood en popcorn, ontvluchtte ik kort voor de middag de guest house om hier in de zachte kussens van het loungy, organische restaurant ‘Sara’ te belanden, achter de grote markt van Cusco centrum. Met een gigantische, overheerlijke papaya-passievruchtensap wacht ik op mijn organische forelsalade, terwijl kwebbelende toeristengroepen in drommen binnenstromen.
Je zou bijna denken dat ik hier op vakantie ben ;-). Ik begin me bijna schuldig te voelen over zoveel vrije tijd. Maar als de mensen willen staken, wie ben ik dan om ze tegen te houden ;-)? De sfeer in de straten is al een stuk gelatener. Politieagenten marcheren moppentappend door de stad, ze fluiten me zelfs na, van de stille dreiging die gisteren in de lucht ging, is nog maar weinig te merken.
Hmm. Delicioso! Wat een overheerlijk slaatje. Met echte sla, gelijk in België ;-)! Het is vreemd hoe je toch zo gewend en verslingerd kunt zijn aan vertrouwde dingen. Ik koop tegenwoordig bruin brood en ontbijt met mijn verborgen Nutellapot op mijn kamertje, haha, ver weg van het witte stokbrood dat elke morgen op de ontbijttafel verschijnt. Hoewel ik erbij moet zeggen dat we qua eten en originaliteit zeker niet mogen klagen in het huis. Maar toch .. niets boven Nutella, bruine stutjes, mmm ;-).
Voor ik aan mijn lesvoorbereidingen van vrijdag en volgende week begin, ga ik subiet één van de vele kerkjes verkennen. Het Incamuseum, museum voor precolumbiaanse kunst, religieuze museum (met ongewilde, opdringerige gids, getver), Templo de San Blas, de kerk de la Compañia de Jesus en de kathedraal heb ik al allemaal gezien. Er resten er toch nog zeker een tiental! Cusco lijkt enkel uit kerken, musea en winkeltjes te bestaan. Oké, en uit bars, restaurants, cafés en ook wel kunstgalerijen (mooooi).
Dit weekend gaan we dan eindelijk naar Machu Picchu. Niet zo avontuurlijk als we oorspronkelijk gepland hadden, de mountainbikerit doe ik wel ’n andere keer. Langs de Colca Canyon in Arequipa bijvoorbeeld. Na een debacle vorige week tijdens het quad rijden is de goesting in avontuur even geluwd, met trein en bus zullen we er ook wel geraken. Bovendien is de klim van Machu Picchu zelf niet te onderschatten, dus als we de top bereiken, zullen we ook trots zijn. Je krijgt zelfs een stempel op je paspoort als je er geweest bent.
Bon, dit alles gezegd zijnde ga ik dan es een stapje verder. Over een uur weer afgesproken om afscheid te nemen van een paar meisjes, zo gaat het steeds opnieuw, nieuwe mensen leren kennen en afscheid nemen van anderen. Al zijn er vorig weekend toch een aantal bijgekomen die een hele tijd blijven. Dat is wel leuker. We zijn nu trouwens met zo’n twintig mensen in het huis, lekker druk!

Doei!
L.

dinsdag 21 september 2010

Hommeles in Cuzco

Vanmorgen werd ik wakker van hondengeblaf in de straat. Alweer een gevecht dat toevallig net onder mijn raam beslecht moest worden. Maar toen het weer stil werd, was het stil. Muisstil. Had ik m'n oordopjes nog in? Nee. Hm. Door het raam zag ik een lege straat. Geen auto's, geen getoeter, geen karren vol versgesneden ananas of de bovenstebeste bananen. Cuzco staakt vandaag. Geen transport, alle winkels gesloten, niemand die gaat werken. In de verte klonk plots tromgeroffel, strijdlustige kreten kwamen steeds dichterbij. Een massa overwegend in het rood gekleurde ontevredenen marcheerde voorbij mijn slaapkamer, discreet vergezeld van een rij met scherm en geweer gewapende policia's. Ergens weerklonken ontploffingen.

Cuzco is boos. Er wordt geprotesteerd tegen een project van de stad Arequipa, zo'n 800 km hiervandaan, dat een groot deel van het water voortgebracht door de rivier Apurimac zou gaan gebruiken. Daardoor zou de nabijgelegen stad Espinar en bij uitbreiding ook Cuzco zonder water kunnen komen te zitten, of de prijzen zouden minstens de pan gaan uitswingen. Espinar staakt al een week, vandaag en morgen bezetten de inwoners Cuzco, en Cuzco doet mee. Scholen, universiteiten, winkels, ... alles blijft voor 48u dicht.

In de straten dikke chaos. Grote stenen in het midden van de straat moeten alle transport verhinderen. Moedige chauffeurs die toch hun auto door de straten proberen te laveren, lopen het risico een steen door hun ruit te krijgen. Overal hangt een ingehouden spanning, politie houdt op elke hoek van de straat en vanop patrouillerende moto's angstvallig de boel in de gaten. Autoloze dinsdag met een rauw randje. Gezellig is het niet.

Ik neem straks een kijkje op de grote markt, waar een massa stijdlustigen verzameld heeft, gewapend met boze kreten en houten planken met spijkers op. Morgen gaat de strijd verder. Benieuwd of er iets aan de plannen voor het project zal veranderen. In het licht van de verkiezingsstrijd die al zo hevig woedt sinds ik hier arriveerde, wordt het er voor de aanstaande nieuwe burgemeester van Cuzco niet makkelijker op, zijn inwoners tevreden te stellen.

A continuar ...

donderdag 16 september 2010

De eerste keer

Vorige week was de week van de eerste keren. De eerste keer dat ik een sjamaan tegen het lijvige lijf liep (zie vorig bericht), die me een (bijna niet zo) gratis aura-analyse gaf.

Het was ook de eerste keer dat ik weer op een paard kroop, nadat ik de vorige keer dat ik probeerde paard te rijden, zo'n honderd jaar geleden, sierlijk uit het zadel gelicht en brutaal tegen de grond gesmakt werd. Na een helse rit in de achterbak van een pick-up (je had ons moeten zien sjezen over de grote markt) en terwijl we niet te zenuwachtig probeerden te lijken, werd de hele groep aan een paard geholpen. Toen we eindelijk allemaal gezeten waren, kreeg de leider van de kudde een stamp tegen het achterste (of moet je poep zeggen bij een paard ;-)) en kwamen we allemaal schoorvoetend in beweging. Op naar de pampa's, in de weidse velden voelde ik me precies een cowboy/girl :-). Na het voorbij kuieren van de oude Incavesting Saqsayhuamán en de weinige overblijfselen van de Templo de La Luna en de Templo de los Monos besloot Palomo (mijn paard) dat het tijd was voor wat actie en hij begon zowaar te huppelen. Waarschijnlijk wist ie dat zijn stal niet meer veraf kon zijn, dus hij zette het op een vrolijk drafje, nam kortere wegen dan de rest van de kudde en vijf minuten eerder dan de anderen bereikten hij de finish. Oef, met mij nog steeds in het zadel dit keer.

De volgende primeur zit vervat in het overwinnen van mijn hoogtevrees: vorige vrijdag skipten we met z'n allen voor één dagje ons project (lichtelijk tegen mijn principes, maar een zeer gangbare zaak in de wereld van vrijwilligers in Cuzco) voor een volledige dag rock climbing! Na wat gepalaver en discussie met het agentschap waar we hadden geboekt (man, je zou stante pede een Peruaanse koorts krijgen van de onprofessionele manier waarop sommige verkopers hier te werk gaan), verschenen vrijdagmorgen twee goed uitgeruste en zeer competente - zo zou blijken - bergbeklimmers die ons door de dag en van de bergen naar beneden en terug zouden loodsen. Het was een prachtige, zonnige dag en alle zes deden we ons uiterste best om bovenop de onbereikbare top te geraken, het lukte slechts twee van ons. Maar het abseilen, voor mij het griezeligste stuk, ging wonderwel! Met mijn rug naar de dieperik gekeerd wandelde ik voetje voor voetje van de berg, helemaal tot beneden, zo'n 20 meter verder. Volgende keer gaan we voor de 320 meter, zeker weten ;-).

Als laatste maar misschien wel leukste eerste ervaring stond zaterdag het raften op het programma. Voorzien van wat wel de lelijkste 'crocs'schoenen ooit moeten zijn en vol goede moed bereikten we na een helse busrit van wel drie uur (in plaats van een uur en een half ..) de campsite van waaruit we in onze wetsuits en life jackets naar het beginpunt van de afvaart zouden rijden. Na de nodige uitleg van alweer een zeer professioneel team sprongen Taylor en ik dapper in onze boot (wij twee meisjes moesten bij de wilde jongens, help ;-)!) en we zetten ons schrap (je zet één voet vast in de boot zodat je er niet uit valt bij hevige deiningen), onze peddel in de aanslag. Langs watervallen, serieuze stroming (maar ook weer niet overdreven) en tussen gigantische rotsblokken door kreeg ons team al gauw een voorsprong op de rest. Hier en daar moest iedereen uitstappen en ging het een 50-tal meter te voet verder, wegens te gevaarlijk in het water. De gidsen loodsten de boten alleen langs de moeilijkere stukken. Na drie uur peddelen en proesten was het tijd voor kunstjes. Op vlakke stukken water werd de boot een aantal keren 'omgekipt' (iedereen springt gewoon op één kant van de boot en daar gaat ie!) en lagen we in het ijskoude bergwater. Lachen natuurlijk. Slechts één moment verging het lachen me toen ik vast kwam te zitten achter een rotsblok en één van de andere boten recht op me afstevende. Ze voeren half over me, maar ik bleef - boze vuist in de lucht - ongedeerd. De sauna achteraf en de Peruaanse kippensoep maakte al het leed weer goed. Het was gewoon super.

Well, gotta go now, mijn tijd is weeral op. Straks hebben we afgesproken aan de fontein op de Plaza de Armas, om ons te gaan inschrijven voor het quad biken morgennamiddag. Morgenavond gaan we dan de nachtbus op richting Puno, van waaruit we het Titicacameer gaan bezoeken zaterdag en zondag. Ik kijk er al jaren naar uit om daar es naartoe te gaan, joepie! Meer nieuws volgt dus volgende week!

PS wat het doel van mijn verblijf in Cuzco betreft, het lesgeven, kwestie van daar ook nog eens iets over te vertellen ;-): dat gaat heel goed! Ik kan er echt van genieten om voor de klas te staan. Het is fantastisch om te zien dat ze snappen wat je net hebt uitgelegd. Of als ze je vragen stellen tot ze echt begrijpen waar het over gaat. Maar soms doen ze wel heel vervelend, ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat de moed me al meermaals in de schoenen zonk, maar ik blijf doorgaan! Morgen geef ik hen een test, om es te zien wat ze al allemaal van mijn lessen opgestoken hebben. Ik bereid me al stilletjes voor op serieuze desillusies maar toch heb ik het gevoel dat we vooruit gaan. Ik heb het gevoel dat ik zelf ook vooruit ga, dat ik al veel beter weet hoe ik een les moet aanpakken, hoe ik ze zaken moet uitleggen. De opkomst is alleen niet zo talrijk of zo regelmatig als ik zou willen, maar blijkbaar zou de directeur van de school daar geen oren naar hebben. We zien wel. Voorlopig gaat het meer dan goed, we zien wel wat de toekomst brengt.

Tot hoors!
Besos
Liz

Opgelicht vs. opgelucht

Vandaag in San Blas mijn aura laten besnuffelen door een sjamaan! Tijdens een wandeling door de alternatieve buurt van Cuzco, zagen Marta en ik een zoveelste winkeltje vol juwelen. We deden al de hele middag alle winkeltjes aan want Marta was op zoek naar dé perfecte ring. Toen we binnen probeerden te gaan in het bewuste winkeltje, bleek de deur gesloten en binnen riep een stem dat de winkel gesloten was. Er stonden nochtans mensen binnen, maar we liepen verder naar het volgende winkeltje (heb ik al verteld dat Cuzco een ware kwelling is voor shopaholics??). Toen we terugkeerden richting Plaza de Armas en het winkeltje weer passeerden, kwam een robuuste man met lange haren en een indianengezicht molenwiekend de winkel uit, ons overtuigend om binnen te komen, want de winkel was nu wel open. Marta en ik keken elkaar aan, haalden onze schouders op en stapten het kleine winkeltje binnen. Waarop de vreemde snuiter de deur achter ons op slot deed!

Dat deed niet in het minst onbehaaglijk aan, maar we wilden niet flauw doen, en keken nieuwsgierig rond. De man vroeg of we Spaans spraken en na een affirmatief antwoord merkte ie op dat de aura’s in de winkel aan het veranderen waren. Sorry, wat? Jawel, aura’s. Daar was ie specialist in. Sjamaan Jesus, zo stelde ie zichzelf voor. Expert inzake aura’s en Inca chakra’s. Hmm. Of ik wist dat mijn aura oranje en groen is? Wat mocht dat dan wel betekenen, wou ik wel es weten. ‘Confusion’. Oei oei. Of ie m’n hand even mocht lezen? Bwah, ja zeker? Hij hield z’n warme hand een paar centimeter boven mijn hand zweven en liet me daarna twee maal luidop en traag mijn naam zeggen. Oh la la. Confusion alom. Er schuilden minstens twee Lieselottes in mij. Soms wel vijf. Ik moest wel helemaal verward zijn. Ik werd het alleszins meer en meer naarmate hij me ‘onderzocht’ ;-)!

Daarna inspecteerde de sjamaan op dezelfde wijze mijn nek waarop ie me triomfantelijk aankeek. Eureka, hij had een serieuze spanning ontdekt tussen mijn schouderbladen. Zonder de minste twijfel verzekerde sjamaan Jesus me dat dit betekende dat ik te veel absorbeer. Te veel negatieve energie en te veel positieve.  Alle info rondom mij slok ik op als een spons, alle verhalen, elk nieuwtje. Daardoor raakte ik helemaal in de war en wist ik niet meer waarin waaruit. Ach zo. De oplossing? Een steentje van slechts een slordige tweehonderd dollar. Had sjamaan Jesus helemaal in hoogsteigen persoon meegebracht van de wereldbekende site Machu Picchu. Na drie maanden zou mijn probleem – hocus pocus pats! – verdwenen zijn. Drie maanden? De overgrote meerderheid bezoekers in Cuzco zijn na drie maanden weer weg. Hoe toevallig ...

Weer thuis googelde ik de naam van de winkel (‘Magic Hands’) en wat blijkt: er bestaan hele blogs van mensen die net dezelfde analyse kregen als ik! We kunnen makkelijk een clubje oprichten met onze oranje en groene aura’s, we zijn met z’n allen compleet het noorden kwijt wat de harmonie tussen hoofd en hart betreft, maar geen nood : drie maanden geduld en een paar dollars verder is het allemaal verleden tijd.

Jammer voor de arme sloebers die een illusie en een serieus aantal dollar armer geworden zijn, nadat ze de steen der afzetterij kochten. Niets mirakel. Geen wonderlijke openbaring. Enkel en alleen het besef dat sprookjes nog steeds niet bestaan. Zelfs niet als ze verkocht worden door een sjamaan uit Cuzco ;-).

woensdag 1 september 2010

Collectie schaaltjes

Beschilderde vazen
Cactussen!
Uit hetzelfde hout gesneden ;-)
Brave kindertjes, ze bestaan ;-)
All in one ..
Dame Alpaca
Sloebers eerste klas!
El Cuzco, mièrcoles 1 de septiembre.

Na wat we alweer een nuttig gespendeerde dag zouden kunnen noemen, zitten we bibberend en verkleumd op het avondeten te wachten, OMG wat is Cuzco koud! Je zou denken dat men hier de toeristen en vrijwilligers bij aankomst op een flinke portie (hoogte)zon trakteert, zodat ze geen rechtsomkeer zouden maken en weer in het vliegtuig zouden stappen, om dan een paar dagen later - bang! - de kou en regen op ze los te laten. 't Is nu te laat voor dat vliegtuig natuurlijk ;-).

Hoewel, deze morgen kon het idee om op eender welke vlieger te stappen (vliegveld is op eind van de straat!), me wel bekoren. Ik zal je zeggen hoe dat komt. 'Mijn' leerlingen hadden er niets beter op gevonden dan om collectief (ze maakten hun opwachting met een legertje van maar liefst 22 mini-bandietjes) de klas vakkundig op stelten te zetten. Naar alle waarschijnlijkheid hadden ze het bij de schoolpoort zo bedisseld, dat ze (1) én zoveel mogelijk rondjes in het klaslokaal zouden lopen (waarbij extra punten te rapen vielen voor diegene die z'n voorganger een schop tegen het achterwerk kon verkopen); dat ze (2) het wereldrecord toiletbezoeken unbedingt zouden breken vandaag en als klap op de vuurpijl hadden ze (3) ook een tekenwedstrijd met als thema 'schunnigheden op m'n schrift' georganiseerd. Zou het nu aan mij gelegen hebben, of hadden zij een mindere dag ;-)?

Hoe het ook zij, grover geschut is nodig om mijn humeur te verpesten, zélfs op een bitterkoude, regenachtige dag als vandaag ;-). Want vanmiddag stond een bezoek aan het Museo de Arte Precolombino op het programma, een welverdiend uitstapje, me dunkt, niet? Nadat ik een resem kopieën gemaakt had met een flink aantal oefeningen waar m'n ondanks alles zeer teerbeminde boeffies morgen U tegen zullen zeggen (ha!), stapte ik een andere wereld binnen, die van de Inca's, de Moche en de Huarivolkeren. Ongelooflijk wat zij allemaal konden maken, al in de jaren 800 bvb.! Niet makkelijk om je voor te stellen wie die kunstenaars waren, hoe die behendige beeldhouwers te werk gingen, of aan welke goden de keramist dacht, terwijl ie een persoonlijk stukje vernuft in elkaar knutselde. Ook de collectie zilver en gouden juwelen waren om versteld van te staan. Wat een joekels van oorringen! Het was echt mooooi. Het was maar toen ik weer door de grote poort van het museum naar buiten stapte, dat ik pas goed besefte aan welke kakafonie van geuren, kleuren en geluiden ik eventjes ontsnapt was. Zalig :-).

O, en dan heb ik nog niet over het weekend verteld! Dat was fun! Vrijdag gingen we met zo'n acht vrijwiligers naar een Engelse cocktailbar (mmm), en daarna danseuhn! In een club waar ze allerlei muziek draaien. Van bij ons! Faithless, Black Eyed Peas, en zooo veel meer waar ik nu even niet kan opkomen, hoe sneu. Maar het was echt tof! Zaterdag een grote wandeling gemaakt met een paar meiden, en de stad es van allerlei verrassende hoekjes bekeken. Zondag weer gewandeld, het lijkt wel of er achter elk deurtje een (clandestien) winkeltje schuilt. Ik zou wel es willen weten hoeveel tónnen koopwaar Cuzco in de aanbieding heeft! Verder ook een spa bezocht (I know :)!) en daarna nog maar es een danspasje geplaatst, aangezien we maandag toch mochten uitslapen, remember Santa Rosa! En effe denken wat we maandag deden ... oh ja, we brachten Jezus een bezoekje, een gigantisch Christusbeeld hoog! bovenop de bergen. Dat uitje kon tellen na een avondje stappen. De frisse lucht deed ons meer dan goed, en voor ik het wist, stond ik dinsdag alweer bijna fris maar o zo monter voor een bunch grijnzende tieners ;-).

And that's all for now, folks!

De groetjes!
Lieselotte